Reiniging en onderhoud
■
Reinigingswerkzaamheden mogen alleen bij volledig afgekoeld apparaat
worden uitgevoerd.
■ Voor aanvang van het reinigingsproces moet het apparaat van het
stroomnet worden gescheiden.
■ Reinig het apparaat regelmatig, bij voorkeur na elk gebruik.
■ Schurende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen beschadigen het
apparaatoppervlak. Reinig het apparaat alleen met water en wat afwas-
middel.
Aanbevolen
Zachte doek
Neutraal reinigingsmiddel
Pandragers en bedieningsele-
menten
■ Neem de pandrager eraf.
■ Reinig de pandrager en de bedieningselementen met een vochtige doek, afwasmiddel en
warm water. Laat sterke verontreinigingen eerst inweken.
■ Droog alles met een schone, zachte doek.
Kookveld
■ Veeg de kookplaat regelmatig af met een zachte doek, die is gedrenkt in warm water en
wat afwasmiddel.
■ Droog de kookplaat na de reiniging grondig af.
■ Verwijder zoute levensmiddelen of vloeistoffen zo snel mogelijk grondig van de kook-
plaat, om het gevaar van corrosie te vermijden.
■ Roestvast stalen delen van het apparaat kunnen met de tijd verkleuren. Dit is wegens de
hoge temperaturen normaal. Na elk gebruik van het apparaat moeten deze delen met
een voor roestvast staal geschikt product worden gereinigd.
Niet aanbevolen
Nylonborstel
Voedingsolie
Schuurmiddelen
76
Metaalborstel
Zure/alkalische
reinigingsmiddelen
Verdunner/
benzeen