6. Het verwarmingstoestel mag niet gebruikt
worden als stekker of het elektrische snoer
beschadigd zijn, als het toestel een stoot heeft
gekregen, als het beschadigd is, als het niet
correct werkt. In dat geval dient het toestel
gecontroleerd en hersteld te worden door
bekwaam personeel.
7. Het toestel moet steeds uitgeschakeld worden
voor u de stekker uit het stopcontact verwijderd
als u het toestel wil schoonmaken, verplaatsen of
herstellen. De stekker moet ook verwijderd
worden als het toestel niet gebruikt wordt.
HERINNERING : HET VOLSTAAT NIET HET
VERWARMINGSTOESTEL UIT TE SCHAKELEN
WANNEER U HET NAKIJKT, SCHOONMAAKT
OF VERPLAATST.
NADAT U HET HEEFT UITGESCHAKELD, MOET
U OOK, ALTIJD, DE STEKKER UIT HET
CONTACT VERWIJDEREN.
1. Om ieder risico op elektrische schokken of brand
te vermijden mag geen enkel voorwerp ingevoerd
worden in de luchtinlaat- of
luchtuitlaatopeningen. Men mag ook geen vingers
in deze openingen duwen.
De luchtinlaat- en luchtuitlaatiopeningen mogen
op geen enkele manier verstopt raken. Dit kan
brand veroorzaken. Het toestel mag zeker niet op
35
een bed geplaatst worden. Niet het apparaat
bedekken.
2. Het verwarmingstoestel moet steeds op een
stabiele, vlakke en harde ondergrond geplaatst
worden. Geen enkel meubel, geen voorwerp mag
op het elektrische snoer rusten. Het snoer mag niet
onder een vloerkleed of tapijt gelegd worden. Het
verlengsnoer moet volledig uit de weg gelegd
worden. Als dit niet het geval is, kan het namelijk
een val veroorzaken.
3. Dit verwarmingstoestel warmt op als het
aangeschakeld wordt. Men moet dus vermijden
het aan te raken. Maak steeds gebruik van de
handvaten om het te verplaatsen. Brandbaar
materiaal, zoals kranten, meubelen, kussens,
beddegoed en gordijnen, moet op een minimum
afstand van 90 cm aan de voorzijde en 30 cm aan
de achterzijde en de zijkanten van het toestel
verwijderd blijven.
4. De onderdelen van het verwarmingstoestel
kunnen vonken of elektrische ontladingen
veroorzaken. Het toestel mag daarom ook niet
gebruikt worden in een potentieel gevaarlijke
ruimte waar ontvlambare producten, explosieven
of chemische producten zijn opgeslagen, noch in
een vochtige ruimte.
5. Het toestel mag niet in een vochtige ruimte zoals
een badkamer geplaatst worden. Hier bestaat
namelijk het risico dat het bijvoorbeeld in het bad
vol water valt. Het toestel ook niet in de buurt van
een afwasbak of een kuip gebruiken.
36