Korte beschrijving
De computer heeft een functiebereik met toetsen en een
weergavebereik (display) met wijzigende symbolen en
grafieken.
Korte handleiding
Functiebereik
De vier toetsen worden hierna kort uitgelegd. Het precie-
ze gebruik wordt in de diverse hoofdstukken verklaard. In
deze beschrijvingen worden de namen van de functietoet-
sen op dezelfde wijze gebruikt.
Set (kort indrukken)
Met deze functietoets worden programmeringen opgev-
raagd.
De ingevoerde gegevens worden opgeslagen
Reset (Set langer indrukken)
Het actuele veld wordt gewist voor een nieuwe start.
Minus – / Plus +
Met deze functietoetsen worden voor de training de diver-
se programmeerwaardes gewijzigd.
• Langer indrukken > sneller doorlopen van de waardes
•"Plus" en "min" tegelijk indrukken: waardeprogramme-
ring spring op uit (off)
RECOVERY
Met deze functietoets wordt de herstelpolsfunctie gestart.
Polsslagmeting
De polsslagmeting kan via 3 bronnen gebeuren:
1. Oorclip – de stekker wordt in de bus gestoken;
2. Handsensoren – de aansluiting bevindt zich aan de
achterzijde van de computer;
3. Borstgordel (als accessoire verkrijgbaar). A.u.b de
daarbij horende handleiding lezen.
Weergavebereik
Display
Functiebereik
Toetsen
G
G
33
NL