• Dit product beschikt over een
functie voor de correctie van
nulpuntfluctuaties ten gevolge
van temperatuursschommelingen.
De nauwkeurigheid van deze
functie neemt toe wanneer de
sensor wordt gekalibreerd bij
temperatuursverschillen van meer
dan 4 °C.
Deze functie meet niet nauwkeurig
als u de sensor kalibreert voordat
deze is geacclimatiseerd aan de
buitentemperatuur. Het duurt meer
dan 20 minuten tot de sensor
geacclimatiseerd is.
Controleren van het nulpunt
1. Plaats de krukarm loodrecht
ten opzichte van de rond en
omlaag gericht.
Kalibreren van de sensoren (nul punt kalibratie)
2. Raak [Pedaalopvolging R]
aan in het scherm
sensoroverzicht van de
SGX-CA500.
3. Bevestig de waarde in
[Weergavevoorbeeld kracht].
Zorg dat de waarden
[Tangentiaalkracht] en [Radiale kracht]
zijn zoals hieronder weergegeven.
• Tangentiaalkracht: 0 ± 3 N
• Radiale kracht: 0 ± 3 N
Kalibratie van de rechterkant is
voltooid. Kalibreer de linkerkant op
dezelfde manier.
De kalibratiemethode in de
vermogensmetermodus met
een cyclocomputer van een
andere fabrikant
Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de Cyclocomputer die u gebruikt
voor uitleg over het kalibreren.
NL
123