"Ubinas" - ref. 634 10 47/634 10 48
H
< 2 0 °
2 0 ° <
< 4 5 °
s i H < 5 m
Figuur 4 - Schuine stand van de rookleiding
1
2
3
8
Figuur 5 - Schoorsteen rond de haard gebouwd
-
Een bekroning van de schoorsteen mag de trek niet
verminderen.
-
Indien de schoorsteen neiging heeft tot terugslaan, in
geval van zijn situatie tegenover aangrenzende
hindernissen, zal een antineerslagtoestel op de
uitgang moeten geplaats worden ofwel zal de
schoorsteen verhoogd moeten worden.
-
Als de depressie van de schoorsteen overdreven is,
zal er een trekbreker geplaatst moeten worden dient
zichtbaar en toegankelijk te zijn.
6
4
5
6
1 0
7
8
9
8
Schoorsteen op te bouwen/ rookleiding bestaat nog
niet : De afvoerleiding moet overeenkomen met de
geldende reglementaire teksten en regels van het vak.
- De schoorsteenleiding mag niet op het toestel rusten.
-
De leiding moet verwijderd worden van alle brandbare
m a t e r i a l e n ( t i m m e r w e r k , s c h r i j n w e r k , l i c h t e
wanden...).
-
D e l e i d i n g m o e t e e n m e k a n i s c h e r e i n i g i n g
veroorloven.
2.4. Aansluiting op het rookkanaal
De schoorsteenaansluiting moet overeenkomen met de
geldende reglementaire teksten en regels van het vak.
-
Het apparaat moet op het rookkanaal aangesloten
worden met erkende rookbuizen die bestend zijn
tegen verbrandingsproducten (bijvoorbeeld : roestvrij
staal, geëmailleerd plaatijzer...).
-
De diameter van de buizen mag niet kleiner zijn dan de
diameter van de uitlaatpijp van het apparaat. Als dat
wel het geval is moet de verloopkoppeling een
diameter hebben die net iets kleiner is dan de
diameter van de uitlaatpijp en zo ver mogelijk van de
verbinding op het apparaat geplaatst worden.
-
De aansluiting kan gedaan worden, hetzij op een
leiding die onder het plafond uitkomt, hetzij, met een
bocht, op een leiding die van de grond vertrekt.
-
De inpassing van de verbindingspijp op de uitlaatpijp
van het apparaat en op het rookkanaal moet
afdichtend zijn. Voor de woningen die uitgerust zijn
met een mekanische gekontroleerde ventilatie moet
de dichtheid de extracteur beletten van de roken uit de
leiding te zuigen.
-
De verbindingspijp en de eventuele trekregelaar
moeten zichtbaar en toegankelijk zijn en geveegd
kunnen worden. Een bezoeksklep (500 x 350 mm) in
de kap voorzien ten einde toegang te hebben aan de
verbindingsleiding.
1 - Eventuële verbuizing met trekgat wanneer de
bestaande leiding niet overeenstemmend is met de
normen.
2 - Decompressiegaten om de ruimte te ventileren
tussen de deflektor en de zoldering.
3 - Deflektor om de konvektielucht te leiden.
4 - Schoorsteenleiding in baksteenbuizen of
metalische geïsoleerde buizen.
5 - Rooster voor de uitstraling van warme lucht.
6 - Isolatie.
7 - Kap.
8 - Ingang konvektielucht.
Konvektieomloop : Ervoor zorgen dat de lucht voor
d e k o n v e k t i e o v e r a l o n d e r h e t t o e s t e l k a n
langskomen, rond de haard kan circuleren (op de
zijkanten en langs achter) en buiten kan gaan langs
de diffusiekleppen van de kap. Een goede circulatie
van de konvektielucht laat een optimum warmte
wisseling toe met de gietijzeren wanden van de
haard zonder oververhitting van het lokaal en een
goede ventilatie van de kap.
9 - Sokel goed waterpas en geventileerd - op
gestabilizeerde bodem geplaatst en versterkt.
10 - Bezoekklep (500 x 350 mm) voor toegang aan
de verbindingsleiding, aan de trekbeperker en aan
de depressie openingen.
Voorschriften voor de installateur
Gebruiksaanwijzing "646"