6.
Verbind voor de diodetest de raakpunten met de diode- of de
halfgeleiderjunctie en noteer de af te lezen waarden.
7.
Keer de polariteit van de sonde om door omschakeling van de
sondepositie en noteer de af te lezen waarden.
8.
De diode of de junctie kunnen als volgt worden gemeten:
a.
Geeft de ene lezing een waarde weer en de andere .OL, dan is de
diode goed.
b.
Geven beide lezingen .OL weer, dan is de uitrusting een open circuit.
c.
Zijn beide weergaven heel laag of zo goed als gelijk aan nul, dan
doet zich een kortsluiting voor.
µADC METINGEN (MAX. 6000 µA)
1.
Plaats de functieschakelaar op DCµA. (AUTO en DCµA verschijnen op het
scherm).
2.
Plaats het zwarte testsnoer in de COM ingangsklem en het rode testsnoer
in de µA ingangsklem.
3.
Schakel de stroom op het testcircuit uit en open dan het circuit op een
punt waar de stroom gemakkelijk kan worden gemeten.
4.
Verbind het zwarte raakpunt met de negatieve pool van het circuit en het
rode raakpunt met de positieve pool van het circuit.
5.
Sluit voorzichtig de stroom aan.
6.
Lees de waarde af op het scherm.
7.
Verwijder de voeding alvorens de testsnoeren los te koppen en voor het
opnieuw aansluiten van de stroom.
Opmerking: de DCµA-ingang wordt beschermd door thermistors van 3,6 kΩ
PTC (classificatie 600 V).
Door het laadeffect van deze apparaten kunnen meetfouten ontstaan op
circuits met lage impedantie (<100 kΩ).
METING VAN DE CAPACITEIT
WAARSCHUWING: Om beschadiging van het instrument te vermijden,
moeten voor het testen de te testen capaciteiten uitgeschakeld worden.
1.
Plaats de functieschakelaar op de positie voorzien voor meting van de
capaciteit (AUTO en nF verschijnen op het scherm).
2.
Plaats het zwarte testsnoer in de COM ingangsklem en het rode testsnoer
in de capaciteit-ingangsklem.
3.
Verbind de raakpunten met de te testen condensator. Zorg er bij een
elektrolytische/gepolariseerde condensator voor dat de polariteit strikt in
acht wordt genomen. De rode dient voor de positieve pool en de zwarte
voor de negatieve pool.
65