Afdrukken
1. Open het document dat u wilt afdrukken en selecteer de
afdrukfunctie van de toepassing.
2. Selecteer het printerstuurprogramma voor de machine en
selecteer [Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen].
3. Geef het papierformaat op.
4. Geef de papierbron en de papiersoort op.
5. Geef, voor zover nodig, de afdrukinstellingen op.
6. Selecteer [OK].
7. Selecteer [Afdrukken] of [OK].
Handige afdrukinstellingen
■ 2-zijdig
■ N op 1
■ Boekje afdrukken
Snelle bediening
Voor nadere gegevens
"Afdrukken" in de
Gebruikershandleiding
Nl
213