• Installeer bovenstrooms van het apparaat, op een gemakke-
lijk te bereiken plaats, een mechanisch filter en een afslu-
itkraan.
• Tap eventuele ijzerdeeltjes af uit de aansluitleidingen alvo-
rens het filter en het apparaat te verbinden.
• Maak de niet verbonden aansluitpunten dicht met een goed
sluitende dop.
• Controleer na de aansluiting of er geen lekken zijn op de
verbindingspunten.De voedingsdruk van het water moet tus-
sen 150 kPa en 300 kPa liggen. Gebruik een drukverlager als
de voedingsdruk hoger is dan de aangegeven maximumdruk.
9.5 AANSLUITING OP DE WATERAFVOERPUNTEN
De afvoerleidingen moeten zijn gemaakt van materialen die
bestand zijn tegen een temperatuur van 100°C. De bodem van
het apparaat mag niet worden geraakt door de damp die vero-
orzaakt wordt door het afvoeren van heet water. Zorg voor een
putje met rooster in de vloer, met sifon, onder de afvoerkraan
van pannen en voor braadpannen.
10 AANPASSING AAN EEN ANDER TYPE GAS
In de tabel T1 worden, per land van bestemming, weergege-
ven:
• de gastypen die kunnen worden gebruikt om het apparaat te
laten werken.
• de inspuiters en de instellingen voorelk gastype dat kan wor-
den gebruikt.Bij de inspuiters is het getal dat wordt vermeld
in de tabel T1 in het lichaam van de inspuiter zelf gestanst.
Om het apparaat aan te passenaan het type gas waarmee het
zal worden gevoed, moeten de aanwijzingen van de tabel T1
worden opgevolgd enmoeten de volgende handelingen wor-
den verricht:
• De inspuiter van de hoofdbrander (UM) vervangen.
• De beluchter van de hoofdbrander op de afstand A plaatsen.
• De inspuiter van de waakvlambrander (UP) vervangen.
• De lucht van de waakvlambrander regelen (indien nodig).
• De minimum-inspuiter van de gaskraan (Um) vervangen.
• De sticker van het nieuwe gastype op het apparaat
aanbrengen.De inspuiters en stickers worden bij het appa-
raat geleverd.
10.1 VERVANGING VAN DE INSPUITER VAN DE HO-
OFDBRANDER EN REGELING VAN DE PRIMAIRE LUCHT.
• Demonteer het frontpaneel.
• Demonteer de inspuiter UM en vervang hem door de inspui-
ter die wordt aangegeven in tabel T1.
• Draai de inspuiter UM helemaal vast.
• Draai de schroef V los en plaats de beluchter op de afstand A
die wordt aangegeven in tabel T1.
• Draai de schroef V helemaal vast.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
10.2 VERVANGING
VAN
WAAKVLAMBRANDER
• Demonteer het frontpaneel.
• Draai het verbindingsstuk R los.
• Demonteer de inspuiter UP en vervang hem door de inspuiter
die wordt aangegeven in de tabel T1.
• Schroef het verbindingsstuk R helemaal vast. Monteer alle
andere onderdelen weer.
• Doe dit door de werkzaamheden voor de demontage
omgekeerd uit te voeren.
DE
INSPUITER
VAN
10.3
GIETIJZEREN GASBRAADPAN
10.3.1
VERVANGING VAN DE INSPUITER VAN DE HO-
OFDBRANDER EN REGELING VAN DE PRIMAIRE LUCHT.
• Demonteer het frontpaneel.
• Draai de schroef V1 los.
• Demonteer de inspuiter UM (samen met de beluchter Z en de
verbinding Z1) en vervang hem door de inspuiter die wordt
aangegeven in de tabel T1.
• Schroef de inspuiter UM (samen met de beluchter Zen de
verbinding Z1) helemaal vast.
• Plaats de beluchter Z op de afstand A die wordt aangegeven
in de tabel T1.
• Draai de schroef V1 helemaal vast.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
10.3.2
VERVANGING VAN DE INSPUITER VAN DE
WAAKVLAMBRANDER
• Demonteer het frontpaneel.
• Draai het verbindingsstuk R los.
• Demonteer de inspuiter UP en vervang hem door de inspuiter
die wordt aangegeven in de tabel T1.
• Schroef het verbindingsstuk R helemaal vast. Monteer alle
andere onderdelen weer.
• Doe dit door de werkzaamheden voor de demontage
omgekeerd uit te voeren.
11 INBEDRIJFSTELLING
Zie het hoofdstuk 'INSTRUCTIES VOOR HET ONDERHOUD'.
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER
De fabrikant van het apparaat kan niet
verantwoordelijk worden geacht voor
eventuele schade die veroorzaakt wordt
door het niet naleven van de hieronder
vermelde verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig door.
Hierin vindt u belangrijke informatie over
de veiligheid bij de installatie, het gebruik
en het onderhoud van het apparaat.
• Bewaar deze handleiding op een veili-
ge, bekende plaats zodat u deze te allen
tijde kunt raadplegen zolang het apparaat
meegaat.
DE
• De installatie, aanpassing aan een ander
gastype en het onderhoud van het apparaat
moeten worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerd personeel dat hiertoe geautoriseerd
is door de fabrikant, in overeenstemming
met de geldende veiligheidsvoorschriften
en de instructies in deze handleiding.
• Maak voor assistentie uitsluitend gebruik
van door de fabrikant erkende technische
5