Probleemoplossingsgids
5.6 Controleer of er een kortsluiting voorhanden is.
5.7 Controleer of vervang de regelaar.
5.8 Controleer of vervang de motor.
6. Foutmelding: ER07, noodstop beveiliging
Probleemoplossing:
6.1 Controleer of de rode noodstop schakelaar op de juiste positie is.
6.2 Controleer of de mechanische structuur van de rode noodstop schakelaar glad is.
6.3 Controleer of de aansluitplug aan de rode noodstop schakelaar in orde is.
6.4 Controleer of de rode noodstop schakelaar beschadigd is.
6.5 Controleer of het electronisch instrumentenpaneel beschadigd is.
7. Enkele of alle knoppen werken niet meer.
7.1 Controleer of de plug aan het toetsenbord los of gevallen is.
7.2 Controleer of vervang het toetsenbord.
7.3 Controleer of vervang het electronisch instrumentenpaneel.
7.4 Onthul de beschermingsfolie op het instrument en controleer of elke knop in orde is.
7.5 Onthul de beschermingsfolie op de handleuningsschakelaar en controleer of elke knop in orde
is.
7.6 Controleer alle knoppen om te zien of ze ingedrukt worden door andere delen.
8. Geen melding op de bedieningspaneel
8.1 Controleer of de netspanning in het nominale gebied ligt: AC220-240V.
8.2 Controleer of de stroomschakelaar op het apparaat ingeschakeld is.
8.3 Controleer of de stroomschakelaar beschadigd is.
8.4 Controleer of de verbinding van de kabels met de bedieningspaneel in orde is.
8.5 Controleer of de verbinding van de kabels met de frequentieregelaar in orde is.
8.6 Controleer of de verbinding tussen het middendeel en het bovendeel van de verbindingskabel in
orde is.
— 43 —