INSTALLATIE
INSTALLATIE
13 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
9
Het is verplicht:
− Het gebruik van een omnipolaire thermomagnetische
stroomonderbreker, lijnschakelaar, in overeenkomst met
de van kracht zijnde regelgevingen in het Land van de
installatie
− neem de verbinding L1(Fase) - N(Neutraal) in acht
− gebruik kabels met isolatie-eigenschapen en doorsnede
in overeenkomst met de van kracht zijnde installatiere-
gelgevingen (doorsnede groter of gelijk aan 1,5 mm
− verbind het apparaat met een effectief aardingssyteem.
0
Het is strikt verboden om voor de aarding van het toestel
gebruik te maken van een leiding van welke soort dan ook.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade, die veroorzaakt
is door het niet aarden van het apparaat.
Voor alle verbindingen en de parameterbepaling van de re-
gelaar, en voor meer informatie wordt verwezen naar de in-
structiehandleiding die is meegeleverd met de zonneregelaar.
De aansluitingen van de voeding en van het PWM-signaal van
de circulatiepomp vallen onder de verantwoordelijkheid van de
installateur.
Om de elektrische aansluitingen te maken:
− de voorste isolatie (1) verwijderen.
− toegang tot de kabel wordt verkregen via de kabeldoor-
gangen (F).
1
− de connectoren verbinden zoals in de afbeelding is
weergegeven.
1
PBM-CONNECTOR
Bruin - Input PWM
Blauw -
Referentiesignaal
2
VOEDING
Bruin - F
Blauw - N
⏚
Geel/Groen-
)
2
F
1
2
Voor het controleren van de circulatiepomp in de modus ON/OFF
is het gebruik van de PBM-kabel niet nodig.
Voor het controleren van de circulatiepomp in de modulerende
modus met behulp van een zonneregelaar, moet de compa-
tibiliteit van de gekozen regelaar met de kenmerken van het
PWM-signaal worden geverifieerd (zie hoofdstuk "REGELSIGNA-
LEN" hieronder ).
REGELSIGNALEN
De circulatiepomp kan gecontroleerd worden via een digitaal
PBM-laagspanningssignaal (pulsbreedtemodulatie). De snel-
heid wijzigt in functie van het inputsignaal zoals aangegeven in
paragraaf "Signaal aan ingang PWM".
Vervolgens worden de voornaamste eigenschappen omschre-
ven waarover het PWM-signaal, gegenereerd door de vergezel-
de regelaar, moet beschikken.
9
Controleren dat de eigenschappen van het PWM-signaal
van uw regelaar conform zijn aan de indicaties die verder
omschreven worden. Verscheidene signalen kunnen on-
herroepelijke schade toebrengen aan de elektronica van de
circulator.
Digitaal laagspanningssignaal PWM
Het vierkant golfsignaal PWM werd ontworpen voor een fre-
quentie-interval van 100 tot 4.000 Hz. Het PWM-signaal wordt
gebruikt om de snelheid van de circulator in te stellen.
Voorbeeld Duty cycle
U
iH
U
iL
T
Periode
d
Duty cycle (t/T)
UiH
Hoog spanningsniveau van het signaal aan de ingang
UiL
Laag spanningsniveau van het signaal aan de ingang
IiH
Stroomintensiteit van het signaal aan de ingang
Voorbeeld
T = 2 ms (500 Hz)
t = 0,6 ms
d % = 100 x 0.6 / 2 = 30 %
52
T
t
Beoordeling
UiH = 4-24 V
UiL ≤ 1 V
IiH ≤ 10 mA (afhankelijk van
UiH)