8.2
Referenties etiket op voorkant paneel
Ref.
Wit indicatielampje dat aangeeft dat de werking van de hulpcircuits correct is
HL1
Rood indicatielampje dat gaat branden bij het in werking treden van de beveiliging
HL2
van de drukschakelaar voor minimumdruk / vlotter tegen bedrijf zonder vloeistof en drukschakelaar
voor maximumdruk P.MAX
HL3
Groen indicatielampje dat aangeeft dat de elektropomp P1 voeding krijgt
Rood indicatielampje dat wordt geactiveerd:
-
voor de ingreep van de stroomopnamebeveiliging van de elektropomp P1,
HL4
-
voor de ingreep van de KK motorbeveiliging van de elektropomp P1,
-
voor de ingreep van de olievoeler van de elektropomp P1.
Rood indicatielampje dat wordt geactiveerd:
-
voor de ingreep van de stroomopnamebeveiliging van de elektropomp P2,
HL5
-
voor de ingreep van de KK motorbeveiliging van de elektropomp P2,
-
voor de ingreep van de olievoeler van de elektropomp P2.
HL6
Groen indicatielampje dat aangeeft dat de elektropomp P2 voeding krijgt
SA1
Schakelaar voor de HANDMATIGE – 0 – AUTOMATISCHE functionering van elke elektropomp, bij:
SA2
HANDMATIG
AUTOMATISH
NEDERLANDS
Functie (zie de referenties in de schakelschema's)
= de elektropomp handmatig door de bediener wordt bediend (werkt zolang de
bediening wordt vastgehouden.
= elektropomp wordt rechtstreeks bestuurd door de vlotters of de
thermostaten en de zonekleppen.
40
ALARM