Bediening
6 BEDIENING
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel als
gevolg van loskomende delen van het appa-
raat. Delen van het apparaat die loskomen tij-
dens het gebruik kunnen ernstig letsel veroorza-
ken.
■
Controleer voordat het apparaat wordt inge-
schakeld of alle delen van het apparaat ste-
vig zijn vastgeschroefd.
■
Bevestig snijbladen zo dat ze niet kunnen
loskomen tijdens het gebruik.
6.1
Acculaadtoestand controleren
De laadtoestandsweergave (01/3) bevindt zich
boven op het basisapparaat.
Die bestaat uit drie segmenten. De segmenten
branden of knipperen afhankelijk van de laadtoe-
stand.
Segment
3 segmente branden:
2 segmente branden:
1 segment brandt:
1 segment knippert:
6.2
Apparaat in- en uitschakelen (05 - 07)
1. Ga stabiel staan.
2. Met uw ene hand de bovenste handgreep
(05/1), met uw andere hand de "Loop"-hand-
greep (05/2) vastpakken.
3. Houd de motorkop (06/1) dicht boven de te
bewerken grond. De hakmessen (06/2) mo-
gen de grond nog net niet raken.
4. Ontgrendelingsknop (07/1) in de bovenste
handgreep indrukken.
5. Aan/Uit-schakelaar (07/2) in de bovenste
handgreep indrukken en vasthouden. Het ap-
paraat is ingeschakeld. De ontgrendelings-
knop kan losgelaten worden.
6. Met de "Loop"-handgreep de draaiende hak-
messen in de grond drukken. Als u merkt dat
de hakmessen door de grond geblokkeerd
worden, het apparaat optillen.
7. Om het apparaat uit te schakelen: Aan-/Uit-
schakelaar loslaten.
443178_a
Acculaadtoestand
Accu volledig opgela-
den.
Accu voor 2/3 opgela-
den.
Accu voor 1/3 opgela-
den.
Accu bijna leeg. Het
apparaat schakelt bin-
nenkort uit.
WAARSCHUWING! Gevaar voor snijlet-
sel. Na het uitschakelen draaien de hakmessen
nog een paar seconden verder. Er bestaat ge-
vaar voor snijletsel als gevolg van aanraken.
■
Wacht tot de hakmessen tot stilstand zijn ge-
komen.
7 ONDERHOUD EN VERZORGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor snijlet-
sel. Gevaar voor snijletsel als gevolg van contact
met scherpe en bewegende delen van het appa-
raat, zoals het snijblad.
■
Schakel voorafgaand aan onderhouds-, ver-
zorgings- en reinigingswerkzaamheden altijd
het apparaat uit. Verwijder de accu´s.
■
Draag bij onderhouds-, verzorgings- en reini-
gingswerkzaamheden altijd veiligheidshand-
schoenen.
7.1
Het apparaat reinigen
■
Het apparaat niet blootstellen aan vocht en
nattigheid. Niet met water schoonspuiten.
■
Na elk gebruik behuizing en hakmessen rei-
nigen met een borstel of een doek. Geen wa-
ter en/of agressieve reinigings- of oplosmid-
delen gebruiken – corrosiegevaar en bescha-
diging van de plastic delen.
■
Na elk gebruik de accu verwijderen en het
apparaat controleren op beschadigingen.
■
Houd de beschermplaat, motorkop en motor
altijd vrij van vervuilingen.
■
Alle schroeven controleren op vastzitten.
■
Elektrische contacten van het apparaat con-
troleren op corrosie, indien nodig, reinigen
met een fijne staalborstel en vervolgens be-
sproeien met een contactspray.
7.2
Hakmessen vervangen (08)
Vervang defecte onderdelen door originele reser-
veonderdelen van de fabrikant of neem contact
op met het dichtstbijzinde servicepunt (zie Hoofd-
stuk 13 "Klantenservice/service centre", pagi-
na 44).
Bouw de hakmessen aan de hand van afbeelding
(08) uit en weer in.
41