5.
Om de overkapping te verwijderen, ritst u de rits los en trekt u vervolgens
de plastic delen aan beide zijden omhoog (afb. 1d).
6.
Om de bekleding te verwijderen, maakt u de ritssluitingen rond de voetsteun
en onder de zitting los en maakt u de gordels aan de onderkant van de
zitting los.
Montage en demontage van de voorwielen
7.
Schuif de pin in de corresponderende gaten van het frame van de kinderwagen
(afb. 3).
8.
Om de voorwielen te verwijderen, drukt u op de ontgrendelknop (6) en
haalt u de wielen eruit.
Montage en demontage van de achterwielen
9.
Schuif de pin in de corresponderende gaten van het frame van de kinderwagen
(afb. 4).
10. Om de achterwielen te verwijderen, drukt u op de ontgrendelknop (12) en
haalt u de wielen eruit.
Handvat aanpassing
11. Druk op de knop voor het verstellen van de handgreep (2) en trek de
handgreep naar buiten of naar binnen, waarbij u één van de drie beschikbare
hoogtes kiest (afb. 5).
Inklappen kinderwagen frame voorwaarts gericht
12. Klap de overkapping in (afb. 6a), kantel de rugleuning naar voren, klap de
voetensteun in de richting van pijl 3 (afb. 6b) en druk vervolgens met de
ene hand op de verstelknop van de handgreep en met de andere hand op
de vergrendelknop en klap de kinderwagen in de richting van pijl 5 (afb. 6c).
13. Laat de handgreep dynamisch zakken tot de laagst mogelijke stand (afb. 6d).
Zorg ervoor dat de uitklapvergrendeling vergrendeld is.
Inklappen kinderwagen frame achterwaarts gericht
14. Klap de rugleuning naar achteren (afb. 7a). Volg daarna dezelfde procedure
als bij het naar voren gericht inklappen van de kinderwagen (afb. 7b, 7c).
Zorg ervoor dat de uitklapvergrendeling vergrendeld is.
NL
‑ 42 ‑