4. OVERZICHT/DISPLAY-SYMBOLEN
162
1. ONDERBROKEN CIRCUIT
Onderbroken circuit. De reden voor een onderbroken circuit kan het gevolg zijn van een te hoge weerstand of
kabelbreuk. Zie hoofdstuk 10.
2. PAUZE
Gepauzeerd programma.
3. TOETSBLOKKERING
Geactiveerd toetsenbordslot. Het toetsenbordslot wordt automatisch geactiveerd als er gedurende 10 seconden
niet op een toets wordt gedrukt.
Deactiveer het toetsenbordslot door op de linker of rechter AFNAME-knop te drukken.
4. PROGRAMMABLOKKERING
Geactiveerde toetsblokkering.
5. BATTERIJSTATUS
Lege batterijen. Dit symbool wordt getoond als de batterijen bijna leeg zijn.
6. PROGRAMMANUMMER
Gekozen programmanummer.
7. RESTERENDE TIJD
Resterende programmatijd in minuten en seconden. Tijd knippert wanneer de timer wordt ingesteld.
8. SIGNAALSTERKTE STAAFDIAGRAM (linker- en rechterkanaal)
Geselecteerde signaalsterkte als staafdiagram.
9. SIGNAALSTERKTE (linker- en rechterkanaal)
Geselecteerde amplitude in mA.
10. STIMULATIE/RUST
Indicatie voor stimulatie/rust voor programma's met intermitterende stimulatie. Het bovenste gedeelte van het
symbool knippert gedurende de stimulatie en het onderste gedeelte gedurende de rusttijd.
1
2
3
4
6
8
9
10
5
1
7
9
8