Olie verversen
Oliesoort en vulhoeveelheid, zie technische gegevens.
1. Een opvangbak voor ca. 0,5 liter olie klaarzetten.
2. De olieaftapplug losschoreven.
3. De olie in de opvangbak aftappen.
Instructie
De afgewerkte olie op milieuvriendelijke wijze afvoeren
of deze bij een geautoriseerde verzamelplaats afgeven.
4. De olieaftapplug weer vastschroeven, aanhaalkop-
pel 20...25 Nm.
5. De olievulplug losschroeven.
6. Verse olie langzaam tot het midden van de oliepei-
lindicatie bijvullen. Luchtbellen moeten kunnen ont-
snappen.
7. De olievulplug erin schroeven.
Apparaat ontkalken
Als zich afzettingen in de buisleidingen bevinden,
neemt de stromingsweerstand toe waardoor de belas-
ting op de motor te groot wordt.
GEVAAR
Gevaar door ontvlambare gassen
Explosiegevaar
Rook niet tijdens het ontkalkingsproces. Zorg voor goe-
de ventilatie.
GEVAAR
Gevaar door zuur
Verbrandingsgevaar
Draag een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.
Uitvoering:
Voor de verwijdering mogen alleen goedgekeurde ont-
kalkers met keurmerk worden gebruikt.
● RM 101 (bestelnummer 6.295-398.0)
1. Vul een vat voor 20 liter met 15 liter water.
2. Voeg 1 liter ontkalker toe.
3. Sluit een waterslang direct op de pompkop aan en
hang het vrije uiteinde in de bak.
4. Steek de aangesloten straalbuis zonder mondstuk
in het reservoir.
5. Het apparaat inschakelen.
6. Open het hogedrukpistool en sluit het tijdens het
ontkalken niet meer.
7. Schakel het apparaat uit en laat het 20 minuten
staan. Het hogedrukpistool moet geopend blijven.
8. Pomp het apparaat vervolgens leeg.
Instructie
We raden aan om een alkalische oplossing (bijv. RM
81) door het apparaat te pompen ter bescherming tegen
corrosie en om de zure resten te neutraliseren.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Per ongeluk opstartend apparaat, contact van
stroomvoerende delen
Verwondingsgevaar, elektrische schok
Schakel vóór werkzaamheden aan het apparaat het ap-
paraat uit.
Trek de netstekker eruit.
Apparaat draait niet
Geen netspanning
1. De spanningaansluiting en de toevoerleiding contro-
leren.
Fout in de spanningsvoorziening of opgenomen stroom
van de motor te hoog
1. Controleer de spanningaansluiting en de netzeke-
ringen.
2. De klantenservice op de hoogte brengen.
De motor is overbelast/oververhit, de uitlaatgastempe-
ratuurregelaar is geactiveerd of het wikkelingsbeveili-
gingscontact van de ventilatormotor is geactiveerd
1. De apparaatschakelaar op "0/OFF" zetten.
2. Het apparaat laten afkoelen.
3. Het apparaat inschakelen.
Storing treedt herhaaldelijk op
1. De klantenservice op de hoogte brengen.
Vlamsensor heeft de brander uitgeschakeld
1. De klantenservice op de hoogte brengen.
Controlelampje brand stof brandt
Brandstoftank is leeg
1. Vul brandstof bij.
Apparaat bouwt geen druk op
Lucht in het systeem
1. Pomp ontluchten:
a Het mondstuk afschroeven van de straalbuis.
b Het apparaat laten lopen tot het water er zonder
bellen uitstroomt.
c Bij ontluchtingsproblemen het apparaat 10 se-
conden laten lopen, dan uitschakelen. Het proces
meermaals herhalen.
d Het apparaat uitschakelen.
e Het mondstuk weer opschroeven.
2. Controleer de aansluitingen en leidingen.
Fijnfilter vuil
1. Reinig het fijnfilter, vervang het indien nodig.
Watertoevoerhoeveelheid te gering
1. Controleer de water-toevoerhoeveelheid (zie Tech-
nische gegevens).
Apparaat lekt, er druppelt water uit de onderkant
van het apparaat
Pomp ondicht
1. Als er een aanzienlijk lek is, laat het apparaat dan
nakijken door de klantenservice.
Instructie
Toegestaan zijn 3 druppels/minuut.
Het apparaat schakelt continu aan en uit terwijl het
hogedrukpistool gesloten is
Lek in het hogedruksysteem
1. Controleer het hogedruksysteem en de aansluitin-
gen op lekkage.
Brander geen ontsteking
Watertekort
1. Controleer de wateraansluiting en de toevoerleidin-
gen.
2. Reinig de zeef in de watertekortbeveiliging.
Brandstofvoorfilter vuil
1. Het brandstofvoorfilter reinigen/vervangen.
Brandstoffilter vuil
1. Het brandstoffilter reinigen/vervangen.
Geen ontstekingsvonk
1. Als tijdens bedrijf geen ontstekingsvonk zichtbaar is
door het kijkglas van de brander, laat het apparaat
dan nakijken door de geautoriseerde klantenser-
vice.
Brander schakelt niet uit ondanks watertekort
Lek in het hogedruksysteem
1. Controleer het hogedruksysteem en de aansluitin-
gen op lekken.
Reed-schakelaar in de watertekortbeveiliging vastgelo-
pen of magneetzuiger geblokkeerd
1. De klantenservice op de hoogte brengen.
Ingestelde temperatuur wordt niet bereikt bij ge-
bruik met heet water
Verwamringsslang met roet
1. Laat roet door de klantenservice van het apparaat
verwijderen.
Nederlands
41