11. Gebruik alleen hulpmiddelen/accessoires die gespecificeerd zijn door de fabrikant.
12. Gebruik alleen de karretjes, standaards, beugels of tafels die gespecificeerd zijn door de
fabrikant of met het apparaat worden meegeleverd. Als u een karretje gebruikt, wees dan
voorzichtig bij het verplaatsen om te voorkomen dat het apparaat kan kantelen en letsel
kan veroorzaken.
3. Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweersbuien en als het apparaat langere tijd
niet gebruikt wordt.
14. Laat al het onderhoud doen door gekwalificeerd personeel. Onderhoud is nodig als het
apparaat beschadigd is, als het stroomsnoer of de stekker beschadigd is, als vloeistof in
het apparaat gemorst is, als voorwerpen erin gevallen zijn, als het apparaat blootgesteld
geweest is aan regen of vochtigheid, als het niet normaal werkt of als het gevallen is.
15. Stel dit apparaat niet bloot aan regen en vocht om het gevaar van brand en elektrische
schokken te voorkomen.
16. Er staat een aanduiding voor schokgevaren met een bijpassend grafisch symbool op het
onderpaneel van dit apparaat.
17. Stel dit apparaat niet bloot aan druppend of spattend water en plaats geen voorwerpen die
gevuld zijn met vloeistoffen op het apparaat.
NL
80