Ingebruikname:
Houd het apparaat tijdens de controle niet in de buurt van uw hoofd, zodat uw gehoor door het zeer luide
Let op:
alarmsignaal niet te veel wordt beschadigd! Geluidsgevoelige personen zoals kleine kinderen moeten zich tijdens de
functiecontrole niet in dezelfde ruimte ophouden, zodat ze niet schrikken!
Controleer elke week de functie van de rookmelder!
Let op:
Activering van de rookmelder:
Plaats de batterijen in het batterijvak zoals beschreven in de vorige alinea. Als de batterijen juist zijn geplaatst (let op
de polariteit!), hoort u een kort geluidssignaal en brandt de led eventjes. De rookmelder is nu klaar voor gebruik.
Controle van de functie:
Het testsignaal is ter bescherming van uw gehoor zachter dan het eigenlijke alarmsignaal!
Opmerking:
Houd voor de functiecontrole de TEST-toets ca. 3s ingedrukt. Het alarmsignaal klinkt en de LED brandt rood.
Hierbij wordt gecontroleerd of de elektronica, de alarmgever van de rookmelder en de batterij functioneren. Het
alarmsignaal stopt direct nadat de TEST-toets wordt losgelaten.
Als noch het alarm klinkt noch de led knippert, zijn de batterijen mogelijk leeg of is het apparaat defect.
Opmerking:
Vervang in eerste instantie de batterijen. Mocht het apparaat nog altijd niet werken, is het defect. In dit geval moet
het apparaat worden vervangen door een nieuw, volledig functioneel apparaat!
Tijdelijke uitschakeling van het alarm:
Bij een loos alarm, bijv. door sterke rookontwikkeling tijdens het koken of door het ontstaan van veel stof, kan het
alarmsignaal ca. 10 minuten worden uitgeschakeld. Daarbij moet altijd worden gecontroleerd of het alarm niet toch
als gevolg van brand werd geactiveerd! Druk op de TEST-toets om het alarm tijdelijk uit te schakelen. Open daarna
deuren en ramen om de lucht te reinigen. Als de lucht na 10 minuten nog altijd een hoog aantal
verbrandingsdeeltjes bevat, klinkt het alarm opnieuw. De uitschakelfunctie kan zo vaak als gewenst door drukken
op de TEST-toets worden herhaald. Bij overmatig sterke rookontwikkeling kan deze functie niet worden
geactiveerd. Druk op de TEST-toets om de uitschakelfunctie te deactiveren!
Herhalende zelftest:
Om de 50 seconden voert de rookmelder een zelftest uit. De LED knippert daarbij kort.
Het met elkaar koppelen van meerdere apparaten:
Algemene informatie over het koppelen:
Er kunnen maximaal 15 apparaten van dezelfde fabrikant en dezelfde productserie met elkaar worden verbonden.
Hierbij moeten de apparaten niet verder dan 35 m van elkaar worden geïnstalleerd en gebruikt. Navolgende
apparaten kunnen met elkaar worden gekoppeld: rookmelder type: GS559A, hittemelder type: GS412, watermelder
type: GS156A, koolmonoxidemelder type: GS816A, gateway type: GS188
U heeft minstens twee koppelbare apparaten nodig voor het koppelen. Elk apparaat heeft een code gekregen van de
fabrikant. Er zijn in totaal meer dan 60.000 coderingen. Als een apparaat met een ander apparaat wordt gekoppeld,
neemt dit apparaat de code van het andere apparaat aan. Een reeds gekoppeld apparaat, dat moet worden
gekoppeld met een nieuw apparaat, neemt de code van het nieuwe apparaat aan. Houd er alstublieft rekening mee
dat de apparaten uitsluitend in een woning of een eengezinswoning met elkaar mogen worden gekoppeld!
1. Neem een apparaat dat u met een ander apparaat wilt koppelen en schakel deze naar de zendmodus.
Druk hiervoor 3 keer achter elkaar op de TEST-toets. De led brandt vervolgens ca. 10 seconden continu
rood.
49