WERKING VIA RADIO (DRAADLOOS) MET DE ZENDERS S504 - S508
Geheugenmodule ZGB24LC64-I/P
De codes worden in een niet-vluchtig geheugen type EEPROM ingegeven. De unit kan maximaal duizend verbruikers besturen (1000 zenders) met de mogelijkheid
om elke afzonderlijke verbruiker in het geheugen vast te leggen of te wissen. Voor elke zender is het mogelijk om een maximum van 4 functies in het geheugen vast
te leggen: A - B - C - D.
VOORBEREIDING VAN DE INSTALLATIE
Om het maximale bereik van het radiobesturingssysteem te verkrijgen is het verstandig om het installatiepunt van de antenne met zorg uit te kiezen. Het bereik is
nauw verbonden met de technische eigenschappen van het systeem en verandert op basis van de kenmerken van de plaats waar het systeem opgesteld wordt.
Met bereik wordt de nuttige werkingsafstand tussen de zender en de ontvanger bedoeld als de antenne is geïnstalleerd en gemeten in een vrije ruimte. Er wordt
geadviseerd om de antenne Cardin ANS400/ANQ800-1 te gebruiken om een optimale werking van de installatie te verkrijgen. Sluit de afgestemde antenne tussen
de klemmen 10 en 11 met een coaxkabel RG58 (impedantie 50Ω) max. lengte 15 m aan op de ontvanger.
Zender
De zender is voorgecodeerd en maakt gebruik van een geïntegreerd circuit dat in de fabriek geprogrammeerd is met een identificatienummer dat uniek is voor elke
zender; alle benodigde parameters voor de codering staan in dit geïntegreerde circuit. De zender is voorzien van een automatisch uitschakelmechanisme nadat hij
minimaal 20 seconden continu ingeschakeld is geweest (om het verbruik van de batterij te beperken).
Toetsvergrendelfunctie
De zender heeft de mogelijkheid om de toetsvergrendelfunctie in te stellen, een modus die het apparaat tegen onverhoedse (onvrijwillige)
inschakeling beschermt:
- om de functie in te schakelen houdt u "MR" 8 seconden ingedrukt zolang de oranje led knippert; nu moet u om een besturing uit te
voeren drie keer achter elkaar op de gewenste knop drukken;
1
- om de standaard functie weer in te stellen houdt u "MR" 8 seconden ingedrukt zolang de oranje led knippert.
HANDELINGEN VOOR HET BESTUREN VAN DE INSTALLATIE (fig. 4)
2
1. Volledig wissen van het codegeheugen (verbruikers)
2. In het geheugen vastleggen van een kanaalcode
MR
3. Wissen van een kanaalcode (door middel van een gekoppelde zender)
4. In het geheugen vastleggen van andere zenders (door middel van een reeds in het geheugen vastgelegde zender)
79