Beveiliging Tegen Droge Werking (Dry Running Protection); Antilek-Beveiliging (Anti-Leakage); Max Pump On; Alarm Druksensor - T.I.P. DHWA 4000/5 LED Instrucciones Para El Manejo

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 43
NL

9.2.7 Beveiliging tegen droge werking (Dry running protection)

Indien de pomp droog werkt wordt zij na enkele seconden (40 sec.) gestopt en zal er een foutmelding optreden: rood
ononderbroken brandend controlelampje op "ALARM".
Na de eerste 30 min dat de pomp zich in OFF bevindt, wordt opnieuw geprobeerd ze op te starten gedurende 5 min.
Indien dit niet lukt zal er elke 30 min opnieuw getracht worden de pomp op te starten. Deze poging wordt herhaald voor
maximum 48 maal. Indien ook deze pogingen mislukken zal er een poging om de 24 uur plaatsvinden.
Het toestel zal automatisch de alarmtoestand voor droge werking verlaten indien er debiet en/of druk aanwezig is.
Indien het alarm wordt gereset, zie 9.2.3, zal er een nieuwe poging plaatsvinden gedurende 40 sec.
Verwijder de oorzaken en reset het alarm, zie 9.2.3.

9.2.8 Antilek-beveiliging (ANTI-LEAKAGE)

De functie kan worden aan- of uitgeschakeld. Per default wordt ze op de fabriek uitgeschakeld. Wanneer de functie is
aangeschakeld en de pomp in 2 minuten meer dan 6 maal opstart, dan zal ze stoppen en wordt dit gemeld via de traag
knipperende rode "ALARM" LED.
Verwijder de oorzaken en reset het alarm, zie 9.2.3.
Voor de activeringsprocedure, zie Anti-leakage.

9.2.9 Max pump on

Maximum bedrijfsperiode. De functie kan worden aan- en uitgeschakeld. Ze is per default uitgeschakeld. Wanneer de
functie is aangeschakeld en de pomp werkt voor meer dan 30 minuten, dan zal ze stoppen en knippert de ALARM led.
Deze functie wordt gebruikt om de installatie te beschermen mocht er per ongeluk een kraan blijven openstaan, een buis
stukgaan of in geval van irrigatietoepassingen.

9.2.10 Alarm druksensor

Een alarm voor de druksensor wordt gegenereerd op het toestel indien de drukwaarde buiten de bedrijfsrange ( 0-15
bar) valt. De pomp wordt uitgeschakeld, de fout wordt gereset wanneer de drukcondities terugkeren binnen de range.

9.3 Eerste start

9.3.1 Test van de leds

Bij de eerste start of hoe dan ook nadat de stekker in het stopcontact werd gestoken worden de 20 leds getest
gedurende enkele seconden (alle leds gaan opeenvolgend branden).

9.3.2 Eerste aanzuiging

De pomp gaat automatisch naar de AUTO mode en wordt ingesteld op ON.
Drie condities zijn mogelijk:
1)
Debiet aanwezig maar lage druk: aanzuigfase wordt beëindigt en normale werking begint.
2)
Druk maar geen debiet: na 10 sec dat deze conditie aanhoudt zal de pomp zich uitschakelen.
3)
Geen debiet en geen druk: de pomp zal zich automatisch uitschakelen en er verschijnt een foutmelding Droge
werking na circa 3 minuten, aangeduid door de brandende rode led in SET-ALARM. Verwijder de oorzaken en
reset het alarm, zie 9.2.3.

9.4 Normale handelingen met CUT-OUT uitgeschakeld (default)

Cut-out uitgeschakeld betekent dat de volgende condities zich voordoen:
De pomp wordt aangeschakeld indien er debiet aanwezig is of door afwezigheid van druk, bij een druk lager
dan de CUT IN waarde (in 10 ms)
De pomp wordt gestopt indien de conditie druk aanwezig maar debiet afwezig continu aanhoudt gedurende 10
s.
De CUT OUT led is uitgedoofd tijdens de normale werking. Zie 9.1.1.B voor de wijziging van de instelling

9.5 Normale handelingen met CUT-OUT aangeschakeld

Cut-out aangeschakeld betekent dat de volgende condities zich voordoen:
De pomp wordt geactiveerd indien de druk lager is dan de CUT IN waarde.
De pomp wordt gestopt indien de druk hoger is dan de CUT OUT waarde.
De CUT OUT led brandt tijdens de normale werking. Zie 9.1.1.B voor de wijziging van de instelling.

10. VOORZORGSMAATREGELEN

BEVRIEZINGSGEVAAR: wanneer de pomp buiten werking blijft bij een temperatuur lager dan 0°C, moet men er voor
zorgen dat er geen waterresten in de pomp kunnen bevriezen, waardoor er barsten zouden kunnen ontstaan in de
plastic onderdelen.
Indien de pomp werd gebruikt met vloeistoffen die neerslaan of met bleekwater, dan moet ze na gebruik worden
gespoeld met behulp van een krachtige waterstraal, om neerslag- of korstvorming te vermijden, wat zou leiden tot de
vermindering van de pompprestaties.

11. ONDERHOUD EN REINIGING

Bij de normale werking vereist de elektropomp geen enkel onderhoud In ieder geval mogen alle reparaties en
onderhoudswerkzaamheden pas worden uitgevoerd nadat de pomp is afgekoppeld van het voedingsnet. Wanneer de
55
NEDERLANDS
7

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

30179

Tabla de contenido