Enkelpolige Fasetest; Eenpolige Fasetest Draaiveldtest; Fi/Rcd-Uitschakeltest; Continuïteitstest (Rx) - Wiha 45217 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 41

Enkelpolige fasetest

De werking is niet gegarandeerd als de aardingsomstandigheden niet goed zijn.
De eenpolige fasetest mag niet worden gebruikt om er zeker van te zijn dat er
geen spanning is.
Houd de spanningstester stevig in uw hand. Sluit de testtip L2 aan op het test-
object. De enkelpolige fasetest-LED licht op en de pieper klinkt wanneer er een
spanning >100 VAC aanwezig is op het testobject.

Eenpolige fasetest draaiveldtest

De draaiveldtest geeft alleen betrouwbare metingen op correct geaarde
driefasensystemen.
Houd de spanningstester stevig in uw hand. Sluit de testsondes aan op het
testobject.
De fase-naar-fase spanning wordt weergegeven.
De R-LED geeft een rechtsdraaiend draaiveld aan.
De L-LED geeft een draaiveld tegen de klok in aan.
Meetprincipe: De spanningstester detecteert de volgorde van de stijgende fasen
naar aarde.
De werking is niet gegarandeerd als de aardingsomstandigheden niet goed zijn.

FI/RCD-uitschakeltest

Voor spanningstests in systemen met RCD (reststroomonderbreker) kan een
RCD met een reststroom van nominaal 10 mA of 30 mA worden geactiveerd op
een eenfasig AC 230 V-systeem. De aardlekschakelaar zou moeten trippen.
Sluit beide testpennen aan tussen L en PE.
Druk tegelijkertijd op beide RCD-toetsen.
De aardlekschakelaar zou moeten trippen.
Continuïteitstest (Rx)
Zorg ervoor dat het testobject spanningsloos is.
Gebruik een tweepolige spanningstest om ervoor te zorgen dat het testobject
spanningsloos is.
Sluit de testtips aan of druk op de knop voor het meetpuntlicht om de tester in
te schakelen.
Sluit beide testsondes aan op het testobject. Voor continuïteit (tot ongeveer 500
kΩ) gaat de continuïteits-LED branden en klinkt de pieper.
Als er geen doorgang wordt gedetecteerd, schakelt het apparaat na ca. 30 s.
Als een continuïteit wordt gedetecteerd wanneer het apparaat wordt uitgescha-
keld, schakelt het apparaat zichzelf automatisch weer in.

Diodetest

Zorg ervoor dat het te testen object niet actief is.
Ga naar de diodetestmodus door kort op de functieknop te drukken totdat het
pictogram op het LCD-scherm verschijnt. Sluit beide meetpennen aan op de te
testen diode.
De continuïteits-LED gaat branden, de zoemer klinkt continu en de voorwaartse
spanning wordt weergegeven op het LCD-scherm wanneer de L1-tip is aan-
gesloten op de anode van de diode en de L2-tip is aangesloten op de kathode.
De continuïteitsindicator is uit wanneer de L1-tip is aangesloten op de kathode
van de diode en de L2-tip is aangesloten op de anode.
Schakel de tester over op spanningsmeting als de diodetest een spanning > 6 V
of eenpolig detecteert.
NL
35

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido