6.8 STABILITEIT EN EVENWICHT
Bij sommige activiteiten en bewegingen tijdens het dagelijks gebruik kan het nodig zijn dat u uit de rolstoel
steekt, naar voren, opzij of naar achteren leunt. Dit heeft een aanzienlijke invloed op de stabiliteit van de rolstoel.
Om er zeker van te zijn dat u altijd in evenwicht blijft, moet u rekening houden met het volgende:
Voorover leunend:
1. Lijn de voorwielen uit (om de rolstoel iets naar voren en vervolgens naar achteren te bewegen).
2. Zet de twee parkeerremmen aan.
3. Leun alleen naar voren tot het punt waar het bovenlichaam zich nog steeds boven de voorwielen bevindt.
Achteroverleunen
1. Lijn de voorwielen uit (om de rolstoel iets naar voren en vervolgens naar achteren te bewegen).
2. Zet de parkeerremmen niet aan.
3. Pak alleen de bereikbare voorwerpen vast zonder dat u uw zitpositie hoeft aan te passen.
7.VERVOER
7.1VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
24
WAARSCHUWING !
Gevaar voor vallen van de rolstoel!
Als u naar voren leunt, kunt u van de rolstoel vallen.
Buig niet te ver naar voren en beweeg uw lichaam niet te ver voorbij de stoel om naar
een voorwerp te reiken.
Buig niet te ver naar voren en verbreed uw knieën niet om een voorwerp op de grond
te bereiken.
WAARSCHUWING !
Gevaar voor vallen van de rolstoel!
Als u te ver achterover leunt, kunt u de rolstoel kantelen. Leun niet achterover
achterover bij de rolstoel.
Gebruik een kantelbeveiliging.
WAARSCHUWING !
Gevaar voor verwondingen als de rolstoel niet correct en veilig wordt vastgezet.
Bij een ongeval, rem enz. kunnen er ernstige verwondingen ontstaan doordat delen
van de rolstoel niet vastzitten en bij het transport van de rolstoel altijd de wielen
uittrekken.
Zet alle onderdelen van de rolstoel stevig vast in het voertuig om te voorkomen dat ze
tijdens het transport loskomen.
LET OP !
Overmatige slijtage van het materiaal kan de weerstand van de ondersteunende delen
in gevaar brengen. Verplaats de rolstoel niet met de wielen gedemonteerd op een
schurende ondergrond (bijv. trekken aan het frame op asfalt).