Waarschuwing
• Zorg voor geschikt montagemateriaal als u het apparaat aan
de wand wilt monteren.
• Vergewis u ervan dat er geen defecte of beschadigde
producten/componenten worden gemonteerd.
• T dens de montage nimmer geweld of grote krachten
gebruiken. Dit kan het product beschadigen.
• Controleer voordat u de houder monteert of de wand geschikt
is voor het gewicht dat u gaat aanbrengen en controleer
vervolgens of er zich op de montageplaats in de wand geen
elektrische kabels, water-, gas- of andere leidingen bevinden.
• Monteer het product niet op plaatsen waaronder zich
personen kunnen begeven.
5.1 Basisstation
• Plaats het basisstation op een plat oppervlak met de standvoet
(24).
• U kunt het basisstation ook aan een muur bevestigen met
behulp van de uitsparing (23) aan de achterkant.
5.2 Meetstation
• U kunt het meetstation ook buitenshuis op een vlakke
ondergrond plaatsen.
• Het wordt aanbevolen om het meetstation stabiel en stevig op
een buitenmuur te monteren.
• Gebruik daarvoor geschikte pluggen en schroeven.
• Hang het meetstation op met behulp van de hiervoor bestemde
uitsparing (27).
6. Gebruik en werking
6.1 Verbinding met het meetstation
• Na het plaatsen van de batter en, zoekt het basisstation
automatisch naar een verbinding met het meetstation en voert
de eerste instelling uit.
Aanw zing
• De eerste instelling duurt ongeveer 3 minuten.
• Het radiosymbool van het meetstation (26) knippert t dens de
verbindingspoging.
• Verm d elke bediening van de knoppen gedurende deze t d!
Anders kunnen er fouten en onnauwkeurigheden optreden in
de waarden en de transmissie.
• Het proces is voltooid zodra de meetgegevens voor binnen (8)
en buiten (2) worden weergegeven.
• De gemeten waarde wordt ongeveer elke 58 seconden
automatisch b gewerkt door het basisstation.
• Als de temperatuurwaarde buiten het meetbereik valt, dan
toont het temperatuurdisplay LL.L (voor temperaturen onder
het meetbereik) of HH.H (voor temperaturen boven het
meetbereik).
32
Aanw zing
• Als er herhaaldel k geen signaal van het meetstation
wordt ontvangen, houdt dan de
3 seconden ingedrukt om het handmatig zoeken naar het
signaal te starten.
Weergave
Aanw zing - foutieve overdracht van
meetwaarden
• In sommige gevallen is het vanwege stoorsignalen, b v. door
een wi -netwerk, computer, televisie etc., mogel k dat de
overdracht van de meetwaarden tussen het basis- en het
meetstation mislukt.
• U kunt de stations opnieuw synchroniseren door de batter en
van beide stations kortstondig te verw deren en opnieuw
te plaatsen.
• Als de meetwaarden opnieuw niet worden ontvangen,
vervang dan de batter en door nieuwe.
• Kies indien nodig een nieuwe locatie voor het basisstation om
mogel ke stoorsignalen in de toekomst te verm den.
• Het meetstation en het basisstation mogen maximaal 30 m
uit elkaar worden geplaatst.
• Houd een afstand van minimaal 1 m tot de stoorsignalen.
6.2 Kanaalselectie / andere buitensensoren
Aanw zing
• Naast de meegeleverde buitensensor kunt u twee
extra buitensensoren installeren. Zorg ervoor dat de
kanaalinstelling op het basisstation en de betreffende
buitensensor(s) identiek z n.
• B passende buitensensoren vindt u op www.hama.com
• Kanaal 1 is vooraf ingesteld.
• Druk meerdere keren op de
als op de betreffende buitensensor in te stellen. Kanaal 1, 2 of 3
wordt weergegeven.
- knop (B) ongeveer
Signaal van het meetstation
goede ontvangst
slechte ontvangst
Inactief –
Geen signaalontvangst
-knop (B) om hetzelfde kanaal