5.5 Vullen van het filtermateriaal
•
Verwijder het reservoirdeksel (2), draai de schroeven (4.1) los, verwijder het deksel en de
O-ring (3).
•
Monteer de afzonderlijk verpakte manometer (1.3) zoals aangegeven op de
explosietekening
(zie tabblad: Technische afbeeldingen) en schroef hem met het deksel drukdicht.
•
Draai de watertrechter (6) eraf. Controleer vervolgens het inwendige van het filter op
volledigheid en eventuele transportschade. Controleer of de sproeierbuizen (11) en de
ontluchtingsbuis (8) goed vastzitten in de verdelerkop (10).
•
Dek de bovenste buisopening (7) en de ontluchtingsbuis (8) af met een doek/plastic zak.
•
Vul met water tot een hoogte van ca. 20 cm en breng dan voorzichtig het filtermateriaal
aan.
Let er bij het aanbrengen van het filtermateriaal op dat eerst de grove korrels van het filter-
materiaal en vervolgens de fijne korrels (zie onderstaande afbeelding) worden aangebracht.
Strijk na het aanbrengen van de desbetreffende korrelgrootte het oppervlak van het filterbed
glad. (Voor vereist filtermateriaal zie hoofdstuk 3.2)
•
Na het vullen van het filtermateriaal moet de doek of plastic zak worden verwijderd en de
waterverdeler (6) opnieuw worden geplaatst. Let erop dat de waterverdeler centraal in het
reservoir zit.
•
Reinig het afdichtingsoppervlak aan de bovenste opening van het reservoir. Reinig ook het
afdichtingsvlak van het reservoirdeksel (2) en de O-ring (3). Plaats de O-ring in het deksel
van het reservoir (2).
Plaats vervolgens het servicedeksel zodanig dat de manometer (1.3) duidelijk zichtbaar/afleesbaar is.
•
Draai de schroeven (4.1) aan en draai ze kruiselings vast (max. 6 Nm).
Filterreservoir DRESDEN³ / Installatie en eerste inbedrijfstelling
LET OP
Filterzand mag niet met AFM vermengd worden gebruikt!
LET OP
Vóór de inbedrijfstelling van het filter moet het filtermateriaal voldoende terug-
gespoeld worden (min. 4 minuten) om het aanwezige gehalte aan fijne korrels
uit te spoelen
15