NL
voerd door een gekwalifi ceerde specialist in overeenstemming met de lokale vereisten.
Voordat u het verfspuitapparaat aansluit op het lichtnet, moet u ervoor zorgen dat de schakelaar in de stand staat: „O – uit". De
trekker van het pistool blijft vergrendeld voordat het per ongeluk wordt ingedrukt. De drukregelknop is in de laagste drukstand gezet.
Sluit het verfspuitapparaat aan door de stekker van het netsnoer in een stopcontact te steken.
Als u verlengsnoeren gebruikt om het product van stroom te voorzien, moet u ervoor zorgen dat de geleiderdoorsnede van het
verlengsnoer niet kleiner is dan de geleiderdoorsnede van het stroomsnoer van het product. De doorsnede van de draden in het
netsnoer is aangegeven op de isolatie van het netsnoer. Alleen stroomkabels met een extra beschermingskabel mogen worden
gebruikt. Gebruik geen tweedraads verlengsnoeren.
Bij gebruik van zeer lange verlengkabels (langer dan 10 m) mag de doorsnede van de draden niet kleiner zijn dan 2,5 mm
2
. Ge-
bruik geen verlengkabels langer dan 50 m.
Bij gebruik van een haspel deze volledig afwikkelen voorafgaand aan het aansluiten.
Voorbereiding voor het spuiten van coatingmateriaal
Het apparaat wordt in de fabriek gevuld met olie, die werd gebruikt om het apparaat te controleren en te onderhouden tijdens
opslag en transport. Spoel de olie vóór gebruik uit de binnenkant van de machine-installatie volgens de volgende procedure.
Verwijder het mondstuk van het pistool.
Plaats de zuig- en afvoerslangen in een emmer warm zeepwater. De zeef aan het einde van de zuigslang moet zich te allen tijde
onder het oppervlak van de vloeistof bevinden.
Draai de drukregelknop tegen de klok in tot aan de aanslag.
Start het verfspuitapparaat, het water wordt aangezogen door de slang en komt in de pomp van het verfspuitapparaat. Controleer
de dichtheid van de zuigslang en de aansluiting op het verfspuitapparaat. Draai langzaam aan de knop voor drukregeling terwijl
u de manometer observeert. Wanneer de in de tabel met technische gegevens aangegeven maximumdruk is aangegeven, stopt
u met het draaien van de knop. Controleer de dichtheid van de slang die het pistool verbindt met het verfspuitapparaat en de
aansluitingen. Als er een lek wordt gedetecteerd, moet u het apparaat onmiddellijk stoppen door het uit te schakelen met een
schakelaar en de drukontlastingsprocedure starten. Probeer lekken niet te stoppen met uw handen, lichaam of handschoenen.
Als het hele systeem geen lekkage vertoont, richt dan de uitlaat van het pistool in een leeg vat en druk op de trekker om de test-
spray uit te voeren. Wacht tot er geen olie meer uit het pistool komt en het zeepwater eruit begint te komen. Laat de druk op de
trekker los. Plaats de zuigslang in een emmer met schoon water en herhaal het spuiten totdat het zeepwater is vervangen door
schoon water. Schakel de machine uit en druk op de trekker totdat het water niet meer uit het pistool komt.
Start de drukontlastingsprocedure.
Drukontlastingsprocedure
De procedure zorgt ervoor dat de druk van het coatingmiddel in het apparaat veilig kan worden vrijgegeven. De procedure moet
worden uitgevoerd na elke voltooide werking van het apparaat, voordat de werking van het apparaat wordt onderbroken, voor-
dat enig onderhoud of vervanging van accessoires wordt gestart. De procedure moet worden uitgevoerd voor elk middel in het
druksysteem van het apparaat: coatingmateriaal, reinigingsmiddel, conserveermiddel of testspray.
Zet het toestel uit door de schakelaar in de "O - off " stand te zetten.
Draai de drukregelknop tegen de klok in tot aan de aanslag.
Richt de spuitmonduitlaat van het pistool op de geaarde verfcontainer. Druk de trekker van het pistool in en houd hem ingedrukt.
Zet de verfspuitapparaat bedrijfsmodusschakelaar verticaal.
De procedure is voltooid wanneer het coatingmateriaal niet meer uit de spuitmond van het pistool en de afvoerslang komt.
Vergrendel de trekker voor onbedoeld indrukken.
Let op! Als u vermoedt dat het mondstuk of de slang is geblokkeerd en de procedure niet alle druk heeft vrijgegeven. Draai de
mondstukmoer of slangaansluiting op het pistool heel langzaam los om de druk geleidelijk door de schroefdraad van de aanslui-
ting te laten ontsnappen. Zodra het coatingmateriaal niet meer uit de losse verbinding komt, is de procedure voltooid.
Het apparaat vullen met coatingmateriaal
Bereid de container voor en vul deze met coatingmateriaal.
Bereid een lege container voor om het spuiten van coatingmateriaal te testen.
Dompel de zuigslang onder in een container met coatingmateriaal. Het gaasfi lter aan het uiteinde van de slang moet zich te allen
tijde onder het oppervlak van het bekledingsmateriaal bevinden.
Zorg ervoor dat het mondstuk correct op het spuitpistool is geïnstalleerd en dat de knop van het mondstuk zo is geplaatst dat de
pijl met het label "SPRAY" in dezelfde richting wijst als de uitlaat van het coatingmateriaal.
Draai de drukregelknop tegen de klok in tot aan de aanslag.
Zorg ervoor dat de trekker van het pistool niet is ingedrukt.
Start het apparaat en draai de drukregelknop langzaam met de klok mee.
Zorg ervoor dat de in de tabel met technische gegevens aangegeven maximumdruk niet wordt overschreden.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
104