All manuals and user guides at all-guides.com
NL
behuizing, het deksel of de contactpunten van
de accu of als er interferentie optreedt bij de
strip die over de kleppen ligt, moet de accu ver-
vangen worden.
Plaats de accu in de daarvoor bestemde plaats on-
der de motorkap, borg de accu met de accuriem en
sluit de accukabels aan (afb. 5).
LET OP! Om schade aan de motor en de accu te
voorkomen, moet altijd eerst de positieve kabel (+)
op de accu worden aangesloten.
Start de motor niet als de accu niet is aangeslo-
ten.
ZITTING
Monteer de zitting in de zittinghouder (afb. 6).
In de gaten aan de achterzijde bevestigt u de
schroeven K en brengt u de borstringen F aan.
Draai de schroeven vast.
Monteer vervolgens in de gaten aan de voorzijde
de twee schroeven G, de ringen I en zet die met
vleugelmoeren H vast.
De zitting kan dan naar voren of naar achteren
worden geschoven. Zet de zitting in de gewenste
positie en draai daarna de vleugelmoeren goed
vast.
De zitting kan worden opgeklapt. Als de machine
buiten in de regen staat, klapt u de zitting naar vo-
ren zodat het kussen niet nat wordt.
De stoel is vergrendeld. Om de stoel weer terug te
zetten, trekt u eerst greep S (afb. 6) naar boven.
STUUR
Om speling te kunnen opvangen, gebruikt u de af-
standsringen D en/of E.
Controleer eerst of er ringen nodig zijn en als dat
zo is, hoeveel.
Monteer daarna het stuur door spanpin C erin te
slaan (afb. 7).
VERSNELLINGSPOOK (Compact)
Draai de versnellingspook M in de getapte opening
van het stuur. Gebruik bijvoorbeeld een instelbare
sleutel en draai de versnellingspook stevig vast
(afb. 8).
TREKPLAAT
Schroef trekplaat J in de twee gaten aan de onder-
zijde van de steunbalk vast met schroeven K en
18
NEDERLANDS
moeren L (afb. 9). Draai de schroeven stevig vast.
BANDENSPANNING
Controleer de bandenspanning. De juiste waarden
zijn:
Voor: 0,6 bar (9 psi), Achter: 0,4 bar (6 psi).
ACCESSOIRES
Voor de montage van accessoires kijkt u in de
aparte montagehandleiding die bij iedere accessoi-
re wordt geleverd.