1)
Klemmen voor 12V-startklauwen
2)
USB-A uitgang voor 5/9/12V,
2A-voeding
3)
USB-A uitgang voor 5V, 2A-voeding
4)
USB-C ingang voor 5V oplading, 2A
5)
Uitgangspoort 12V, 5A [Fast 500]
6)
Laadtoestand-controletoets, USB-
uitgang, LED-lamp
7)
Scherm
8)
LED-lamp
Noodstart
Gebruik het apparaat alleen als
noodstarter voor de voertuigbatterij.
Gebruik het niet alleen, in plaats van
de batterij.
Vermijd de vorming van vlammen of
vonken. Om vonken te voorkomen,
moet u ervoor zorgen dat de klemmen
tijdens het opladen niet van de polen los
kunnen raken.
Blijf uit de buurt van bewegende delen
zoals ventilatoren, aandrijfriemen,
katrollen.
Blijf uit de buurt van hete onderdelen,
zoals de motor en het koelsysteem, om
brandwonden te voorkomen.
Voorkom kortsluiting van de klemmen
daar deze altijd onder spanning staan.
Voorkomt dat de rode en zwarte klem
met elkaar in contact raken. Ongewenste
kortsluitingen van de aansluitklemmen
veroorzaakt door een elektrisch geleidend
voorwerp zoals een gereedschap, een
juweel, enz., kunnen voldoende warmte
genereren om ernstige brandwonden, een
elektrische boog of spatten van gloeiend
metaal te veroorzaken.
Verwissel de polariteiten van de positieve
"+" en negatieve "-" aansluitklemmen niet
950065-00 15/07/22
Handelingsvolgorde
De starterbatterij moet volledig zijn
opgeladen (>80%).
Volg de opstartprocedure zorgvuldig
op; als u dit niet doet, kan dit leiden
tot een kortere levensduur van het
apparaat.
1
Zorg ervoor dat de contactsleutel
van het voertuig op OFF staat: alle
services uitgeschakeld.
2
Steek de kabel met de klemmen (B)
in de aansluiting (1).
3
Controleer de status van de led-
lampjes op de smart booster-kabel.
GROENE LED + RODE LED
knipperen = starter klaar voor
gebruik.
RODE
starterbatterij is te leeg: laad de
starter op.
4
Verbind de rode klem (+) met de
positieve batterijpool en de zwarte
klem (-) met de negatieve batterijpool.
Als de accu op een voertuig is
gemonteerd, sluit u eerst de klem
aan op de accupool die niet met
de carrosserie is verbonden. De
tweede klem die met de carrosserie
is verbonden, moet op een punt zitten
dat ver genoeg is verwijderd van de
accu en van de benzineleiding.
5
Controleer de status van de led-
lampjes op de smart booster-kabel.
GRONE LED aan = u heeft 30
seconden om het voertuig te
starten. Na 30 seconden zonder
enige start keren de twee lampjes
terug naar de toestand van stap
3; maak de kabel eerst los en
vervolgens weer vast met de
klemmen (B)
RODE LED aan = Raadpleeg
het
oplossen".
30
LED
AAN
onderdeel
"Problemen
=
De