EN 363,
All manuals and user guides at all-guides.com
- EN 358:99, uitgerust met twee bevestigingspunten, één
op de buik (7) en één achteraan (8), die geschikt zijn voor
positie-inname op het werk en handhaving daarvan,
- EN 813:08; uitgerust met een bevestigingspunt op de buik
(7) dat geschikt is voor toegang op koorden,
- EN 12277/A:07 en UIAA 105, uitgerust met twee
bevestigingspunten, één op de borstzijde (6) en één op de
buik (7) die geschikt zijn voor alpinisme met inbegrip van
rotsbeklimming.
Let op: de bevestigingspunten op de buik (7) en
achteraan (8) zijn niet geschikt voor het tot stand
brengen
van
valpreventiesystemen!
aandacht punt 8.2).
Belangrijk: het gebruik van het deel van het dijbeen (fig. 2)
zonder hetgene van de borst van de gordelset is uitsluitend
geschikt:
- voor de positie-inname op het werk en handhaving
daarvan – EN 358:99,
- toegang op koorden – EN 813:08,
- het in de zittende positie houden van een bewuste
persoon – EN 12277/C:07.
Afb. 3 - Terminologie van de onderdelen: (1) Bretels,
(2) Borstlinten, (3) Ceintuur, (4) Dijbeenriemen, (5)
Verbindingslint,
(6)
Bevestigingspunt
Bevestigingspunt
buikzijde,
achteraan, (9) Instellingslinten, (10) Gespen van aluminium
legering, (11) Automatische gesp met snelkoppeling van
aluminium legering, (12) Gespen van koolstofstaal, (13)
Doorgangselementen van nylon/polyester.
-
(lees
met
borstzijde,
(7)
(8)
Bevestigingspunt
Materiaal van textieldelen niet anders gedefinieerd:
polyester.
Let op: het langdurig opgehangen zijn in het tuig, met
name indien dit inert is, kan leiden tot het syndroom
(of trauma) dat bewustzijnsverlies en ook de dood
veroorzaakt!
8.1 - AANtREKKEN VAN hEt tUIG
Alvorens het tuig aan te doen, dient gecontroleerd te
worden of de maat juist is (zie de tabel SIZE)
Correct aantrekken:
a) - doe het hoge deel van het tuig op de volgende manier
aan:
- los de bretels (1),
- steek uw armen in de bretels (1),
b) - doe het lage deel van het tuig op de volgende manier
aan:
- los de ceintuur (3) en de dijbeenriemen (4),
- steek uw benen in de dijbeenriemen (4) door de ceintuur
(3) heen,
- span de instellingslinten van de ceintuur (3) en van de
dijbeenriemen (4) aan - (afb. 4),
c) - stop het borstlint (2) in het verbindingslint (5) en maak
de gesp met snelkoppeling vast - (afb. 5),
d) – span het borstlint (2) en de instellingslinten van de
bretels (1) aan – (afb. 6),
e) - breng de doorgangselementen (12) in positie ten
behoeve van het overtollige lint.
Belangrijk:
- alvorens het tuig te gebruiken, dient men in een absoluut
veilige positie bewegingen en hangproeven op ieder