/
ONDERHOUD EN SERVICE
6
18
6.3. Periodieke inspectie
De unit dient periodiek te worden geïnspecteerd voor betrouwbaar functioneren en een
lange levensduur.
1. Voorwaarden omgeving:
Inspecteer de binnentemperatuur van het behuizingspaneel. Deze dient niet
-
abnormaal hoog te zijn.
Inspecteer de temperatuur van het behuizing. Deze dient niet abnormaal hoog te
-
zijn.
Inspecteer op en verwijder mogelijk stof en fijn metaalpoeder. Inspecteer de smering.
-
2. Weergaven:
Controleer dat de stroomtoevoerweergave LED (PWR) brandt.
-
Controleer dat de transmissieweergave LED (H-L,LON) ON/OFF (AAN/UIT)
-
weergeeft.
Controleer of 7-segment andere nummers weergeeft dan "
-
3. Montage- en bevestigingsonderdelen:
Controleer en stel vast dat montageschroeven, stroomvoorziening en schroeven voor
-
transmissiekabels stevig zijn bevestigd en aangedraaid.
Controleer en stel vast dat overige schroeven stevig zijn aangedraaid.
-
WAARSCHUWING:
Gebruik voor schoonmaken geen reinigingsmiddelen met zuurhoudende
bestanddelen, zoals thinner (witte spiritus). Bij gebruik hiervan kan verkleuring van
gecoate oppervlakken en oplossing van de plastic behuizing optreden.
".