CD65 – CD80 – CD100 – CD140 – CD170 – CD230 – CD280 – CD390 – CD520
WERKING
Beschrijving
De constructie van de luchtdroger is eenvoudig, betrouwbaar en
makkelijk te onderhouden. De droger heeft twee torens die het
absorberende materiaal ofwel droogmiddel bevatten. Dit droogmiddel
is een erg poreus korrelmateriaal dat grote hoeveelheden waterdamp
kan absorberen.
De werkingscyclus van de drogers is repetitief en wordt beheerd door
een timer die in de fabriek is ingesteld en een PDP-sensor. Terwijl het
droogmiddel in de eerste droger de perslucht droogt, wordt het
droogmiddel in de tweede toren geregenereerd en omgekeerd. Het
droogmiddel wordt geregenereerd met behulp van spoellucht uit de
droogtoren.
De in de droger binnenkomende perslucht wordt naar één van de
torens geleid via een inlaatklep die door een pneumatische aandrijver
wordt gestuurd. Terwijl de lucht door de toren naar boven stroomt,
absorbeert het droogmiddel de waterdampen en wordt de perslucht
gedroogd. Eens de top van de toren bereikt is, verlaat de lucht de
droger via de terugslagklep.
Een klein gedeelte van de gedroogde lucht verlaat de droger niet
onmiddellijk
via
de
terugslagklep,
atmosferische druk en stroomt naar beneden door de andere toren en
regenereert zo het droogmiddel.
Deze regeneratielucht wordt ten slotte via de uitlaatklep en de demper
afgelaten.
Een tweede klein gedeelte van de gedroogde lucht stroomt via de
controleluchtklep, een luchtfilter en de drukregelaar (enkel voor
eenheden van 16 bar) naar de elektromagnetische kleppen die door
de Elektronikon® gestuurd worden en naar de PDP-sensor. De lucht
die langs de elektromagnetische kleppen naar buiten stroomt
(wanneer geactiveerd), wordt gebruikt om de pneumatische aandrijver
en de pneumatische kleppen te bedienen.
Na een bepaalde tijd zal de cyclus opnieuw van start gaan. De
volledig geregenereerde toren zal nu lucht drogen, terwijl de andere
toren wordt geregenereerd.
De PDP-sensor meet het drukdauwpunt van de lucht die de
droogtoren verlaat. Zolang de PDP-temperatuur onder een ingesteld
punt ligt, blijft de droogtoren drogen tot de PDP-temperatuur de
instelwaarde overschrijdt. Daarna begint de geregenereerde toren de
perslucht te drogen, terwijl de andere toren wordt geregenereerd.
28
maar
wordt
uitgezet
tot
Persluchtschema
Afbeelding 3A toont het persluchtschema van de drogers CD65 t.e.m
CD280:
A .... Toren A
AF.. Luchtfilter
B .... Toren B
CA . Controleluchtklep
IV ... 3-wegafsluiter
N.... Spuitstuk
NV . Terugslagklep
P1 .. Drukmeter 1
P2 .. Drukmeter 2
Afbeelding 3B toont het persluchtschema van de drogers CD390 en
CD520:
1 .... Vlinderklep
2 .... Adsorptietoren A
3 .... Adsorptietoren B
4 .... Uitlaatafsluitklep toren A
5 .... Uitlaatafsluitklep toren B
6 .... Spoelspuitstuk
7 .... Controleluchtklep
8 .... Controleluchtfilter
9 .... Uitlaatklep toren A
10 .. Uitlaatklep toren B
11... Uitlaatgeluidsdemper
toren A
12 .. Uitlaatgeluidsdemper
toren B
13 .. Inlaatfilter (optie)
14 .. Uitlaatfilter (optie)
15 .. Naaldklep PDP-sensor
PA .. Pneumatische aandrijver
PR.. Drukregelaar
(enkel voor eenheden van
16 bar)
PV .. Pneumatische klep
S .... Demper
SV .. Elektromagnetische klep
TV .. Pneumatische klep
Y1 ....... Elektromagnetische klep
toren A
Y2 ....... Elektromagnetische klep
torenB
PT01 ... Drukopnemer toren A
PT02 ... Drukopnemer toren B
TT01 ... Inlaattemperatuur-
opnemer
PDP01 Uitlaatdauwpuntsensor
DP02... Delta P-schakelaar
inlaatfilter (optie)
DP03... Delta P-schakelaar
uitlaatfilter (optie)
2904 0177 04