Geluidswaarden
m Waarschuwing: Lawaai kan ernstige gezondheids-
klachten tot gevolg hebben. Draag geschikte gehoor-
bescherming indien de geluidsproductie van de machi-
ne groter is dan 85 dB.
Geluidsvermogensniveau L
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
wA/pA
7.
Restrisico's
Volg de in de gebruikshandleiding voorgeschreven on-
derhouds- en veiligheidsvoorschriften op.
Let altijd goed op tijdens het werk en zorg dat derden
op een veilige afstand van uw werkplek blijven.
Ook bij een juiste wijze van gebruik van het apparaat
blijven er altijd bepaalde restrisico's bestaan, die niet
kunnen worden uitgesloten. Uit het soort en de con-
structie van het apparaat kunnen de volgende potenti-
ele gevaren worden afgeleid:
• Onopzettelijk inschakelen van het product.
• Beschadiging van het gehoor, als de voorgeschre-
ven gehoorbescherming niet wordt gedragen.
• Vuildeeltjes, stof enz. kunnen ondanks het dragen
van de veiligheidsbril in uw ogen of gezicht terecht-
komen.
• Inademen van opstuivende vuildeeltjes.
8. Uitpakken
m LET OP!
Het apparaat en de verpakkingsmaterialen zijn
geen kinderspeelgoed! Kinderen mogen niet met
plastic zakken, folies en kleine onderdelen spelen!
Er bestaat gevaar voor inslikken en verstikkings-
gevaar!
• Open de verpakking en haal het apparaat er voor-
zichtig uit.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal evenals de ver-
pakkings- en transportbeveiligingen (indien voor-
handen).
• Controleer of de inhoud van de levering volledig is.
• Controleer het apparaat en de hulpstukken op trans-
portschade.
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot na het ver-
strijken van de garantietijd.
58 | NL
90 dB
wA
75,9 dB
2,36 / 3 dB
www.scheppach.com
9.
Voor de ingebruikname
• Controleer vóór het aansluiten of de specificaties op
het typeplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet.
• Controleer het apparaat op transportschade. Meld
eventuele schade direct bij het transportbedrijf dat
de compressor heeft bezorgd.
• De opstelling van de compressor moet nabij de ver-
bruiker plaatsvinden.
• Lange luchtleidingen en lange snoeren (verleng-
snoeren) moeten worden voorkomen.
• Let er op dat de aanzuiglucht droog en stofvrij is.
• De compressor niet in vochtige of natte ruimtes op-
stellen.
• De compressor mag slechts in gepaste ruimten
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C
tot 40°C) worden gebruikt. In de ruimte mag geen
sprake zijn van stof, zuren, dampen, explosieve of
brandbare gassen.
• De compressor is geschikt voor gebruik in droge
ruimtes. In het bereik waar met spatwater wordt ge-
werkt, is gebruik niet toegestaan.
• De compressor mag alleen kortstondig, bij droge
omgevingscondities, buitenshuis worden gebruikt.
• De compressor moet altijd droog worden gehouden
en mag na de werkzaamheden niet buitenshuis ach-
ter worden geladen.
10. Montage en bediening
10.1 Netaansluiting
• De compressor is voorzien van een netsnoer met
een geaarde stekker. Deze kan op elke geaard stop-
contact 220-240 V~ / 50 Hz, welke met 15 A is afge-
zekerd, worden aangesloten.
• Let bij de ingebruikname er op dat de netspanning
overeenkomt met de bedrijfsspanning met het ma-
chinevermogen overeenkomstig de gegevens op het
gegevensplaatje van de machine.
• Lange toevoerleidingen, alsook verlengstukken, ka-
belhaspels enz. veroorzaken spanningsverlies en
kunnen het starten van de motor verhinderen.
• Bij lage temperaturen onder +5°C wordt het starten
van de motor door zwaar lopen in gevaar gebracht.
10.2 Aan/uit-schakelaar (afb. 1)
• Door de knop (6) in stand I te zetten, wordt de com-
pressor ingeschakeld.
• Om de compressor uit te schakelen, moet de knop
(6) in stand 0 worden gezet.