Publicidad
6.3.2 Niet-kritieke foutmeldingen
Code
Fouttitel
200
Applicator defect
205
Applicator defect
210
Applicator defect
211
Applicator defect
215
Applicator defect
218
Applicator defect
219
Applicator defect
220
Applicator verlopen
225
Applicator defect
230
Applicator verlopen
235
Voorvullen mislukt
236
Stoompreparatie
mislukt
240
Voorvullen mislukt
241
Voorvullen mislukt
242
Stoompreparatie
mislukt
243
Stoompreparatie
mislukt
245
Voorvullen mislukt
246
Stoompreparatie
mislukt
255
Behandeling gestopt Temperatuur te laag
260
Behandeling gestopt Waterdruk te hoog
3033-011 Herziening H februari 2019
Tekst foutoorzaak
Foutmelding
Kan applicatorgeheugen
Ontkoppel de stroomkabel van de applicator en sluit hem weer aan. Vervang
niet lezen
de applicator als het probleem blijft bestaan.
Kan niet schrijven naar
Ontkoppel de stroomkabel van de applicator en sluit hem weer aan. Vervang
applicatorgeheugen
de applicator als het probleem blijft bestaan.
Defect thermokoppel van
Applicator vervangen.
applicator
Faulty Delivery Device
Applicator vervangen.
Trigger Signals (Incorrecte
trekkersignalen van het
toedieningshulpmiddel)
Ongeldige
Ontkoppel de stroomkabel van de applicator en sluit hem weer aan. Vervang
behandelingscode
de applicator als het probleem blijft bestaan.
Impedantiefout applicator Applicator vervangen.
Frequentiefout applicator
Applicator vervangen.
Maximum aantal volledige
Applicator vervangen.
behandelingen
overschreden
Applicator is permanent
Applicator vervangen.
gedeactiveerd
Maximale duur
Applicator vervangen.
stoomtoediening
overschreden
Temperatuur te laag
Applicator vervangen.
(Voorvullen)
Temperatuur te laag
Applicator vervangen.
(Stoompreparatie)
Waterdruk te laag
Controleer injectiespuit en watertoevoerlijn op luchtbellen en lekkage.
(Voorvullen)
Vervang de injectiespuit en vul de applicator opnieuw voor, als luchtbellen
worden aangetroffen. Vervang de applicator als lekkage wordt geconstateerd.
Vervang de applicator als geen luchtbellen of lekken worden geconstateerd.
Waterdruk te hoog
Controleer de watertoevoerlijn op knikken. Hervat het voorvullen. Vervang de
(Voorvullen)
applicator als het probleem blijft bestaan.
Waterdruk te laag
Controleer injectiespuit en watertoevoerlijn op luchtbellen en lekkage.
(Stoompreparatie)
Vervang de injectiespuit en vul de applicator opnieuw voor, als luchtbellen
worden aangetroffen. Vervang de applicator als lekkage wordt geconstateerd.
Vervang de applicator als geen luchtbellen of lekken worden geconstateerd.
Waterdruk te hoog
Controleer de watertoevoerlijn op knikken. Hervat de stoompreparatiecyclus.
(Stoompreparatie)
Vervang de applicator als het probleem blijft bestaan.
Temperatuur te hoog
Controleer injectiespuit en watertoevoerlijn op luchtbellen en lekkage.
(Voorvullen)
Vervang de injectiespuit en vul de applicator opnieuw voor, als luchtbellen
worden aangetroffen. Vervang de applicator als lekkage wordt geconstateerd.
Vervang de applicator als geen luchtbellen of lekken worden geconstateerd.
Temperatuur te hoog
Controleer injectiespuit en watertoevoerlijn op luchtbellen en lekkage.
(Stoompreparatie)
Vervang de injectiespuit en vul de applicator opnieuw voor, als luchtbellen
worden aangetroffen. Vervang de applicator als lekkage wordt geconstateerd.
Vervang de applicator als geen luchtbellen of lekken worden geconstateerd.
Trek de naald terug en verwijder de applicator uit de patiënt. Applicator
(Behandeling)
vervangen.
Controleer de watertoevoerlijn op knikken. Hervat de behandeling. Vervang de
(Behandeling)
applicator als het probleem blijft bestaan.
©NxThera 2019
Pagina 82 van 84
Publicidad
