PROBLEEMOPLOSSING MET DE METERCONTROLEDISK
BELANGRIJK!! Probeer de onderdelen van de metercontroledisk niet uit elkaar te
halen (code 1705-EU). De metercontroledisk bestaat uit een disk met een permanent
bevestigde afdekking. Vul de metercontroledisk niet met water. In de metercontroledisk
wordt geen water gebruikt.
SOORTEN KALIBRATIE De metercontroledisk (MCD) kan gebruikt worden voor
twee soorten kalibratie: een Kalibratiecontrole en een Kalibratiestart. De procedure
voor de Kalibratiestart moet uitsluitend worden uitgevoerd wanneer de meter de
Kalibratiecontrole niet doorkomt.
Kalibratiecontrole Meters worden tijdens de fabricage gekalibreerd. Het kan echter
gebeuren dat de kalibratie-instellingen worden gewist door stroomafwijkingen of
andere omstandigheden. De metercontroledisk wordt tijdens de procedure voor
Kalibratiecontrole gebruikt om te bepalen of de uitlijning van het staafje en de disk
correct is. Voor sommige meters kan de metercontroledisk ook de intensiteit van de
individuele leds evalueren.
1. Volg de REINIGINGS-procedure om de lichtkamer en optische lenzen te reinigen.
2. Druk in de hoofdtestpagina op
3. Druk op Kalibratie (Calibration).
4. Druk op Kalibratiecontrole (Check Calibration).
5. Haal de metercontroledisk (code 1705-EU) uit het foliezakje. Verwijder de zwarte
afdekking NIET van de disk. Plaats de metercontroledisk (MCD) in de meter en sluit de
deksel.
6. Druk op Start.
7. De meter draait eerst kort rond. Vervolgens worden er zes kanaalwaarden
weergegeven. Vergelijk nu de weergegeven kanaalwaarden met de waarden die op het
zakje van de MCD staan vermeld. Als de weergegeven kanaalwaarden vallen binnen
de bereiken die vermeld staan op het zakje van de metercontroledisk, is de meter
gekalibreerd en werkt deze normaal. Als de weergegeven kanaalwaarden niet vallen
binnen de bereiken die vermeld staan op het zakje van de metercontroledisk, dan
moet u de procedure van de Startkalibratie (Start Calibration) uitvoeren.
Opmerking: De bereikspecificaties zijn specifiek voor de disk die wordt geïdentificeerd
aan de hand van het serienummer op het zakje. De bereikspecificaties hangen af van
disk tot disk. De exacte aflezingen van een specifieke disk kunnen variëren van meter
tot meter.
8. Druk op
om terug te keren naar het testscherm.
9. Haal de MCD uit de meter en doe deze terug in het foliezakje om te bewaren.
Kalibratiestart De procedure voor de Startkalibratie kalibreert de uitlijning van het
staafje en disk voor alle meters en stelt de intensiteit van de individuele leds af voor
compatibele meters. Alvorens deze kalibratieprocedure uit te voeren, dient u de
procedure voor de Kalibratiecontrole uit te voeren om vast te kunnen stellen of de meter
gekalibreerd is en normaal werkt. De procedure voor de Kalibratiestart moet uitsluitend
worden voltooid wanneer de meter de Kalibratiecontrole niet doorkomt.
1. Volg de REINIGINGS-procedure om de lichtkamer en de optische lenzen te reinigen.
2. Druk in het hoofdtestscherm op
3. Druk op Kalibratie (Calibration).
4. Druk op Kalibratiestart (Start Calibration).
5. Haal de metercontroledisk (code 1705-EU) uit het foliezakje. Verwijder de zwarte
afdekking NIET van de disk. Steek de metercontroledisk in de meter. Doe het deksel
dicht.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
METERCONTROLEPLAATJE | Code 1705-EU
om Instellingen te selecteren.
om Instellingen te selecteren.