De uiteinden van de kabelboom langs de zekeringkast doorvoeren.
6.
a) de witte massakabel aansluiten op de massa (b.v. een gat boren met een diameter van 3 mm en met behulp van
de bijgevoegde blikschroef en einde met het oogje vastzetten; het gat niet met een anti-roestmiddel
behandelen.
7.
Voertuigen zonder controle van de lichtinstallatie:
a) boven de zekeringkast bevindt zich een 20-polige stekker. Op de grijze kabel een snelkoppeling vastklemmen
en daarop een blauwe kabel van de kabelboom aansluiten (mistlichten),
b) drie kleine uiteinden van de rode, bruine en zwarte kabel wegknippen, op de kabels de bijgevoegde
eindstukken vastklemmen,
c) in zekeringkast, precies boven de zekeringen bevinden
zich stekkers A en B (zie tekening 2). Aan de uiteinden
van de kabel snelkoppelingen klemmen,
d) op de snelkoppelingen eindstukken met volgende kabels aansluiten,
bruin in pos. x
geel
in pos. z
8.
Voertuigen met controle van de lichtinstallatie:
a) drie kleine eindstukken op de zwarte, bruine en rode kabel in de vrije plaatsen in de stekkers A en B boven
zekeringkast stekken (zie: tekening 3)
bruin in pos. x
b) aan de uiteinden van de kabel snelkoppelingen klemmen
volgens de aanduiding op de tekening v,w,t en z.
In sommige models vanaf '99 in de positie "v" bevindt
zich geen kabel. In dit geval eindstukken op de kabelboom
wegknippen en klein eindstuk klemmen en in positie "v" stekken,
c) op de snelkoppelingen eindstukken met volgende kabels aansluiten (zie: tekening 3).
geel
in pos. z
blauw in pos. v
9.
Stroomverzorging aanhanger
Betreft alleen de 13-polige versie. De 3-voudige beschermkap (met rood/blauwe, gele, bruin/groene draden) is
bestemd voor extra functies van de contactdoos. De kabelboom dient bevestigd te worden achter de kap. Ten
einde de functies van de contactdoos uit te breiden dienen extra onderdelen besteld te worden:
Functie „gelijk stroom plus en massa"
Functie „gelijk stroom plus, kabel voor massa om te laden" art. nr. 015-069
Alle leidingen monteren met de bijgevoegde klembanden, eerder gedemonteerde onderdelen weer aanbrengen.
De accu aansluiten en alle functies van het voertuig controleren met aangekoppelde aanhanger of geschikt testap-
paraat.
rood
in pos. y
groen in pos. w
rood in pos. y
groen in pos. w
tekening 2
A
u
t
w
zwart
in pos. U
zwart/rood in pos. T
zwart in pos. u
tekening 3
A
u
t
v
w
zwart/rood in pos. t
art. nr. 014-169
B
y
z
x
B
y
z
x