NL
ningselementen is gewaarborgd en de afl ezing van het scherm door niets wordt belemmerd. De soldeerboutstandaard moet in
de buurt van het station worden geplaatst, zodat vrije toegang tot de soldeerbout is gewaarborgd en de soldeerboutpunt niet per
ongeluk in contact komt met enig voorwerp tijdens gebruik, opslag op de soldeerboutstandaard en het verplaatsen van de soldeer-
bout tijdens gebruik. Laat omwille van de hoge temperatuur van de stift minstens 10 cm vrije ruimte rond de basis. De standaard
moet op een hittebestendig oppervlak worden geplaatst.
In de uitsparing van de standaard moet een sponsje worden geplaatst dat ontworpen is om de stift tijdens het gebruik te reinigen.
De spons moet vochtig zijn, maar niet nat gedurende de hele werkperiode. Dit voorkomt schade aan de stift.
Pas na het opstellen van het station en de standaard, en het testen van de werking, kan het station worden aangesloten op de
stroomvoorziening.
Starten en uitschakelen van het toestel
Start het toestel door de schakelaar in de aan-positie te plaatsen - I.
Het display brandt en na ongeveer 3 seconden wordt de vorige (fabrieks) temperatuurinstelling weergegeven.
Als het toestel moet worden uitgeschakeld, zet u de schakelaar in de uit-stand – O.
Parameterinstelling
De parameterinstelling wordt uitgevoerd met behulp van de knop. Door aan de knop te draaien kunt u de parametergrootte instel-
len en door licht op de knop te drukken kunt u een parameter selecteren waarvan de waarde kan worden gewijzigd.
Instellen van de temperatuur
Door aan de knop te draaien kunt u de temperatuur van de stift selecteren. De instelling staat op het scherm. De soldeerbout heeft
een sensor die continu de temperatuur van de stift meet en regelt, zodat deze zoveel mogelijk overeenkomt met de geselecteerde
instelling.
Het toestel heeft de mogelijkheid om drie temperatuurwaarden te programmeren en op te slaan. Door op de knop te drukken kunt
u de modus voor het selecteren van de geprogrammeerde instelling openen, deze is zichtbaar door te knipperen met het symbool
CH1, CH2 of CH3. De instelling wordt geselecteerd door aan de knop te draaien en op de knop te drukken om de selectie te
bevestigen.
Let op! Het toestel heeft tijd nodig om de uiteindetemperatuur te wijzigen. Vooral om ze te verminderen. Het is verboden om het
afkoelen van de stift te versnellen.
Menu
Druk de draaiknop ca. 3 seconden in om naar het menu te gaan. De eerste functie is de temperatuur (TEMP) en volgende functies
zijn beschikbaar in de volgende volgorde: TEMP, UNIT, SLP, BEEP, LIGH, CODE, EXIT. De functieselectie wordt gemaakt door
aan de knop te draaien, door op de knop te drukken wordt de selectie bevestigd.
TEMP - programmering van de temperatuurinstelling
Selecteer en bevestig de TEMP functie. Selecteer een van de temperatuurinstellingen CH1, CH2 of CH3 door de knop in te druk-
ken en te draaien. Het symbool van de geselecteerde instelling knippert op het display. Draai aan de knop om de temperatuur in
te stellen. Selecteer de RET-instelling om de waarde in het geheugen in te voeren en selecteer vervolgens EXIT met behulp van
de selector om het menu te verlaten.
UNIT - temperatuureenheid
Selecteer en bevestig de UNIT functie. Draai aan de knop om symbool C voor graden Celsius of F voor Fahrenheit te selecteren.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen en selecteer EXIT met behulp van de selector om het menu te verlaten.
SLP - automatische slaaptijd (timer)
Selecteer en bevestig de SLP functie. Draai aan de knop om de waarde te selecteren van de tijd in minuten die verstrijkt tussen
het opstarten van het station en de automatische slaapstand. Het is mogelijk om de tijd in te stellen van 1 tot 240 minuten of om
de OFF-instelfunctie te selecteren die de timer uitschakelt. Na het instellen, met behulp van de selector EXIT selecteren om het
menu te verlaten.
Let op! Tijdens de slaapstand daalt de stifttemperatuur tot 200
C. Om het station te activeren door simpelweg op de knop te
O
drukken of te draaien, keert de temperatuur automatisch terug naar de vooraf ingestelde waarde.
BEEP - geluidssignaal
Selecteer en bevestig de BEEP functie. Draai aan de knop om AAN te selecteren om de hoorn te activeren of UIT om de hoorn
te deactiveren. Bevestig de selectie door op de knop te drukken. Na het instellen, met behulp van de selector EXIT selecteren
om het menu te verlaten.
LIGH - aanpassing van de achtergrondverlichting
Selecteer en bevestig de LIGH functie. Selecteer een van de stappen van de achtergrondverlichting van het display (01-09) door
aan de knop te draaien. Bevestig de selectie door op de knop te drukken.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
63