NL
VOEDING
De fotocellen zijn geschikt voor een voedingsspanning tot 24V ac.
Voor spanningen beneden 18V moet de jumper op 12V gestoken
worden (fig4).
UITGANG
3. OPEN contact indien vrij veld tussen TX en RX.
4. GESLOTEN contact indien vrij veld tussen TX e RX.
5. GEMEENSCHAPPELIJK
SYNCHRONISME
Bij installaties waarbij twee stel fotocellen heel dichtbij elkaar gepla-
atst zijn, zouden de stralen van het ene stel fotocellen het andere
kunnen beïnvloeden waardoor er storingen zouden kunnen ontsta-
an; om dit te voorkomen, verdient het aanbeveling het synchronisme
te activeren indien er wisselstroom aanwezig is .
Om het synchronisme te activeren dient u in beide zenders de brug-
getjes (onderdeel 5 van afb. 4) te verbreken en de stroomvoorzie-
ning op één stel fotocellen om te draaien, zie afbeelding 5. Indien
het niet mogelijk is het synchronisme te activeren, dient u ervoor te
zorgen dat de twee ontvangers niet aan één kant en de zenders op
de andere kant geplaatst worden, maar ontvanger en zender met el-
kaar af te wisselen, afb.6.
UITLIJNEN EN TESTEN
Controleer de voedingsspanning en schakel ze aan.
Als de uitlijning vrij juist is zal nu de uitgang van de ontvanger
schakelen. Indien dit niet is moeten de ontvanger en/of zender
uitgelijnd worden.
Om de fotocellen uit te lijnen zijn er in de behuizing twee
stelschroeven met veren voorzien voor de horizontale en verticale
28