Onderhoud
36
14. Controleer de lichte loop bij het doordraaien van het vlieg-
wiel (J).
15. Voor tweekoppige pompen:
Voer de werkzaamheden 3 tot 14 aan de tweede pomp-
kop uit.
16. Bevestig het deksel (H) met de 4 cilinderschroeven (G).
17. Voor tweekoppige pompen:
Steek de slang van de pneumatische koppeling weer op
de slangpilaar en draai de wartelmoer vast.
Voor pompen N 035.1.2 A_.18 heeft dit betrekking op
beide pneumatische koppelingen.
Vertaling van de originele bedienings- en installatie-instructies, KNF
membraanpomp N035.18
121228-121397 04/23