Het toestel heeft een voedingsuitgang [9] waar een volgend toestel kan op aangesloten worden. Bij het
aansluiten van meerdere toestellen in een ketting via deze uitgang, mag de totale stroom de nominale
stroom van de stroomkring niet overschrijden. Gebruik voedingskabels met een geschikte diameter.
De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
DMX512-aansluiting
Indien van toepassing, sluit een XLR-kabel aan de vrouwelijke XLR-uitgang van een controller (niet
meegelev.) en het andere uiteinde van de mannelijke XLR-ingang [2] van het toestel. U kunt verscheidene
toestellen aan elkaar koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik daarvoor een 2 -aderige
afgeschermde kabel met XLR ingang- en uitgangsaansluitingen.
De maximaal aanbevolen kabellengte is 500 meter. Het aanbevolen maximumaantal toestellen op eenzelfde
aansluiting is 32.
Een DMX-eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving met
veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van het digitale
controlesignaal door elektrische ruis. De DMX-eindweerstand is niets meer dan een XLR-stekker met een
weerstand van 120 Ω van pin 2 naar 3. Deze XLR-stekker wordt dan aangesloten op de XLR-uitgang [8]
van het laatste toestel in de reeks.
7.
Gebruik
Het toestel kan in gebruikt worden in:
autonome modus
master/slave-modus
DMX512-gestuurde modus.
7.1
Het bedieningspaneel
Bedien het paneel met behulp van de vier toetsen [7] onderaan de display [5]. Van links naar rechts:
Knop
Functie
MENU
toegang tot het menu of terugkeer naar het vorige menu
UP
door de verschillende menuopties in stijgende volgorde bladeren
DOWN
door de verschillende menuopties in dalende volgorde bladeren
ENTER
een optie selecteren en bevestigen
De display geeft de geselecteerde menufunctie weer. De display geeft de eerstvolgende menuoptie onder
de functie weer. Selecteer een menuoptie met ENTER.
Blader met UP en DOWN door het menu. Druk op ENTER om de weergegeven menufunctie te selecteren of
om een optie te activeren. Druk op MENU om naar het hoofdmenu terug te keren zonder de waarde te
wijzigen.
Het toestel verlaat het menu automatisch na ± 10 seconden inactiviteit.
De achtergrondverlichting schakelt automatisch uit na ± 30 seconden inactiviteit. Druk op een willekeurige
knop om de display opnieuw te activeren.
7.2
Led-temperatuur
Om de temperatuur van de leds te controleren, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op MENU tot <teMP> op de display verschijnt en druk op ENTER.
De led-temperatuur wordt weergegeven in °C.
Opmerking: Het toestel verlaat het menu niet automatisch. Sluit het menu om naar de normale
werkingsmodus terug te keren.
2. Druk op MENU om de functie te verlaten en naar de normale werkingsmodus terug te keren.
7.3
Autonome modus (stand-alone)
In autonome modus draait het toestel één van de ingebouwde programma's. U kunt ook kiezen uit één van de
ingebouwde statische kleuren of een gepersonaliseerde kleur maken.
Opmerking: Ontkoppel alle DMX-ingangsaansluitingen van het toestel indien u het wilt gebruiken in autonome
modus. Een toestel in autonome modus kan DMX-signalen sturen en de DMX-signalen van de controller
verstoren.
V. 02 – 11/12/2013
VDPLW1803RGB
13
©Velleman nv