Descargar Imprimir esta página

Partner PSB27 Manual De Instrucciones página 6

Publicidad

6.
Cuando se limpie, repare o inspeccione la máquina,
cerciorarse de que el colector/impulsor y todas las partes
móviles estén paradas. Desconectar el cable de la bujía
de encendido y mantener el cable lejano de la bujía de
encendido para prevenir puestas en marcha accidentales.
Desconectar el cable en los motores eléctricos.
7.
No hacer funcionar el motor al interior, excepto en la pu-
esta en marcha y para transportar la máquina quitanieves
dentro o afuera del edificio. Abrir las puertas que dan al
exterior; los gases de escape son peligrosos.
8.
No intentar despejar la nieve transversalmente con re-
specto a una pendiente. Tener extremo cuidado cuando
se cambia dirección en las pendientes. No intentar limpiar
pendientes fuertes.
9.
No hacer funcionar nunca la máquina quitanieves sin
protección adecuada, placas u otros dispositivos de
seguridad instalados.
10. No hacer funcionar nunca la máquina quitanieves cerca
de recintos de vidrio, automóviles, tapas acristaladas,
descargas y similares sin un ajuste adecuado del ángulo
de eyección de la nieve. Mantener niños y animales
domésticos a distancia.
11. No sobrecargar la capacidad de la máquina intentando
despejar nieve a una velocidad demasiado alta.
12. No conducir la máquina demasiado rápidamente sobre
superficies resbaladizas. Mirar atrás y ser prudente du-
rante la marcha atrás.
13. No dirigir nunca la eyección hacia personas presentes
ni permitir que nadie se sitúe delante de la unidad.
14. Desconectar la alimentación al colector / impulsor cuando
se transporta o no se utiliza la máquina quitanieves.
15. Usar únicamente accesorios aprobados por el constructor
de la máquina quitanieves (como pesos para las ruedas,
contrapesos, cabinas, etc.).
16. No hacer funcionar nunca la máquina quitanieves sin una
buena visibilidad o iluminación. Estar siempre seguros
de sus pasos y agarrarse firmemente a la empuñadura.
Caminar; no correr nunca.
Mantenimiento y Conservación
1.
Compruebe a menudo que las protecciones, los pernos
de seguridad, los pernos de montaje del motor, etc. estén
bien apretados para asegurarse de que el equipo esté
en condiciones de uso seguras.
2.
No dejar nunca la máquina quitanieves con carburante
en su depósito dentro de un edificio donde hayan fuen-
tes de ignición, como agua caliente y calentadores de
ambiente, secadoras de ropa y similares. Dejar enfriar
el motor antes de guardar la máquina al interior.
3.
Hacer siempre referencia a la guía de instrucciones del
operador para detalles importantes si se tiene que guardar
la máquina quitanieves por un periodo extendido.
4.
Mantener o substituir las etiquetas de seguridad e instruc-
ción, si fuera necesario.
5
Hacer funcionar la máquina quitanieves por algunos
minutos después de lanzar nieve al fin de evitar el con-
gelamiento del colector/impulsor.
Veiligheidsvoorschriften voor het
gebruik van de sneeuwruimer
Instructies
1.
Lees de gebruiksaanwijzing en bedieningsvoorschriften
zorgvuldig door. Zorg dat u vertrouwd raakt met de bes-
turing en het juiste gebruik van het apparaat. Weet hoe
u het toestel moet uitzetten en hoe u de besturing snel
kunt uitschakelen.
2.
Laat nooit kinderen het apparaat gebruiken. Laat nooit vol-
wassenen het apparaat gebruiken zonder juiste instructies.
3.
Houd het schoon te maken gebied vrij van personen,
voornamelijk kleine kinderen, en huisdieren.
4.
Zorg dat u niet uitglijdt of valt, vooral als u met het ap-
paraat in de achteruitstand rijdt.
Voorbereiding
1.
Inspecteer grondig het gebied waar het apparaat zal
worden gebruikt en verwijder alle deurmatten, sleeën,
planken, bedrading en andere voorwerpen.
2.
Sluit alle schakelaars af en zet ze in een neutrale positie
voordat u de motor start.
3.
Ga niet zonder voldoende winterse kleding naar buiten
om sneeuw te ruimen. Draag schoeisel dat uw grip op
gladde oppervlakken vergroot.
4.
Wees voorzichtig met brandstof; het is lichtontvlambaar.
a) Gebruik een goedgekeurd brandstofreservoir.
b) Voeg nooit brandstof toe aan een lopende of warme
motor.
c) Vul de brandstoftank buitenshuis en met grote
voorzichtigheid. Vul de brandstoftank nooit bin-
nenshuis.
d) Draai de benzinedop stevig aan en veeg gemorste
brandstof af.
5.
Gebruik geaarde drieleiderinsteekeenheden voor alle
toestellen met een elektrisch aangedreven motor of
elektrische startmotors.
6.
Pas de collectormantel in hoogte aan om grind of gruis
te kunnen verwijderen.
7.
Probeer nooit aanpassingen te maken als de motor draait
(behalve als de fabrikant dit expliciet heeft aanbevolen).
8.
Laat de motor en de machine aan de buitentemperaturen
acclimatiseren voordat u begint met sneeuwruimen.
9.
Het gebruik van elke gemotoriseerde machine kan
ervoor zorgen dat vreemde voorwerpen opspatten en
in de ogen terechtkomen. Draag altijd een veiligheids-
bril of oogbescherming als u het apparaat gebruikt of
wanneer u een aanpassing of reparatie uitvoert.
Gebruik
1.
Plaats geen handen of voeten bij of onder roterende
onderdelen. Kom niet bij de afvoeropeningen.
2.
Wees extra alert als u het apparaat gebruikt op kruisende
opritten van grind, stoepen of wegen. Wees extra alert
op verborgen gevaren of verkeer.
3.
Als u een vreemd voorwerp raakt, zet de motor af, haal de
kabel van de bougie, controleer de sneeuwruimer zorgvul-
dig op alle vormen van schade en repareer de schade
voordat u de sneeuwruimer herstart en opnieuw gebruikt.
4.
Als het toestel abnormaal begint te vibreren, zet de
motor af en zoek direct naar de oorzaak. Vibratie duidt
vaak een waarschuwing voor problemen aan.
5.
Zet de motor af als u de bedieningsplaats verlaat, voordat
u de collector/rotormantel of de afvoergeleider ontstopt
en als u reparaties, aanpassingen of controles uitvoert.
6.
Zorg dat de collector/rotor en alle roterende onderdelen
stilstaan, voordat u een schoonmaak, reparatie of
inspectie maakt. Om te voorkomen dat het apparaat
per ongeluk start, ontkoppel de bougie en berg de
kabel weg van de bougie op Ontkoppel de kabel van
de elektrische motors.
7.
Laat de motor niet binnenshuis draaien, behalve bij
het starten en bij vervoer van de sneeuwruimer in of
uit het gebouw. Open buitendeuren; het inhaleren van
de dampen is gevaarlijk.
8.
Ruim geen sneeuw op glooiingsvlakken. Wees extra alert
als u op hellende oppervlakken van richting wilt verand-
eren. Probeer niet op steile vlakken sneeuw te ruimen.
9.
Als de afdekkappen, platen of andere beschermingsmid-
delen niet juist zijn bevestigd, dient u de sneeuwruimer
niet te gebruiken.
10. Gebruik de sneeuwruimer niet in de buurt van glazen
afrasteringen, auto's, gevelpuien, steile hellingen, etc.
als de afvoerhoek niet juist is afgesteld. Laat kinderen
en huisdieren niet in de buurt komen.
11. U overbelast de machinecapaciteit door op een te hoog
tempo sneeuw te ruimen.
12. Gebruik de machine nooit met hoge snelheid op gladde
oppervlakken. Wees voorzichtig bij het achteruitrijden.
13. Laat omstanders nooit in de buurt van de uitlaat of aan
de voorkant van het toestel komen.
6

Publicidad

loading