DE kABElCONNECTORS MET SNElkOPPElINg gEBRUIkEN
U kunt de uitgangskabels in enkele seconden op de oplader aansluiten. Zorg dat u de
oplader op een droge, niet-ontvlambare ondergrond plaatst.
sluit de klemmen en de ringklemaansluitingen nooit op elkaar aan om ze in
BElANgRIJk
andere toepassingen te gebruiken, zoals het opladen van een externe accu
of andere voedingsbron, of om de uitgangskabel te verlengen, aangezien omgekeerde
polariteit en/of overbelasting zullen optreden.
OPlADEN
1. Zorg dat alle componenten van de lader op hun plaats en bedrijfsklaar zijn.
2. sluit de accu aan; neem de voorzorgsmaatregelen van paragraaf 6 en 7 in acht.
3. sluit de netvoeding aan, neem de voorzorgsmaatregelen van paragraaf 8 in acht.
4. Als de lader begint, zal de gROENE lED solide zijn, en het display verschijnt
BATTerIJ ANAlySe terwijl de lader bepaalt dat de batterij goed is aangesloten
en de conditie van de accu.
5. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, zal de gROENE lED pols.
6. Als het opladen voltooid is, koppelt u het stroomsnoer los van de voeding, verwijdert u
de minklem en dan de plusklem.
lAMPJE ACCUVERBINDINg
Als de oplader geen juist aangesloten accu detecteert, zal het opladen niet starten
en geeft het digitale display een van twee berichten weer. Als het display KleMMeN
AANSlUITeN weergeeft, moet u controleren of de oplader op de accu is aangesloten en
de contactpunten schoon en goed aangesloten zijn. Als het display OPgeleT - INVerSIe
KleMMeN weergeeft, koppelt u de oplader van de wandcontactdoos los, verwisselt u de
aansluitingen op de accu en koppelt u de oplader weer aan.
OPlAADTIJDEN
BATTERY ChARgINg TIMES
BATTERIJ-
TOEPASSINg
gROOTTE
MOTORSPORT
AUTO'S
300 CCA
1000 CCA
SChEPEN
230 Ah
De opgegeven duur geldt voor accu's met een lading van 50%
voordat ze worden opgeladen. Voor sterk ontladen accu's is meer tijd nodig.
AUTOMATISChE OPlAADMODUS
Als de accu automatisch wordt opgeladen, schakelt de oplader automatisch over op de
onderhoudsmodus nadat de accu is opgeladen. Een accu met een beginspanning onder
1 volt moet met een handmatige oplader vijf minuten lang worden voorgeladen om extra
spanning in de accu te krijgen.
OPlADEN AFgEBROkEN
Als het opladen niet normaal kan worden voltooid, wordt het opladen afgebroken. Als het
opladen wordt afgebroken, wordt de uitvoer van de oplader gestopt, knippert het groene
lampje en geeft het display lADINg geSTOPT - SleCHTe BATTerIJ weer. Niet blijven
proberen om deze batterij op te laden. Controleer de batterij en vervang indien nodig.
OPlADEN VOlTOOID EN ONDERhOUDSMODUS (VRIJSTANDCONTROlE)
Voltooiing van de oplading wordt aangegeven door een pulserend groen lampje en de
weergave op het digitale display van VOlleDIg gelADeN - AUTOMATISCH ONDerHOUD.
Als het groene lampje pulseert, is de onderhoudsmodus van de lader begonnen. In deze
OPlAADDUUR (uur)
6A
10A
6 Ah
2
1.5
32Ah
5
4
4
3
10
7
50 Ah
5
3.5
19
11.5
12A
15A
1
0.5
Niet
aaNgeRadeN
3
2
2
1.5
5.5
4
2.5
2
9.5
7.5
•
•
58