55 Reiniging en onderhoud
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t de reiniging en het onderhoud van het
apparaat. Neem de aanwijzingen in acht om beschadigingen door verkeerde reiniging van
het apparaat te voorkomen en een storingvrij gebruik te waarborgen.
55.1 Veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
Schenkt u eerst aandacht aan de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u met de
reiniging van het apparaat begint:
► Schakelt u de apparaat vóór het reinigen uit en trek de stekker uit het stopcontact. Maak
de binnenkant leeg.
► Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen en geen oplosmiddelen.
55.2 Reiniging
interieur
Reinig de binnenkant met handwarm water en een mild schoonmaakmiddel en een
zachte doek.
Tip om de geur te neutraliseren: reinig de binnenkant met handwarm water en wat
bakpoeder (2 theelepels op ¼ liter water) en een zachte doek.
Veeg goed droog met een zachte doek.
Wanneer er condensatievocht in de binnenruimte komt, moet u dit met een zachte doek
verwijderen, om te voorkomen dat het condensatievocht uitloopt en het apparaat
beschadigd raakt.
deurafdichting
Wees vooral voorzichtig dat de deurafdichting is schoon, zodat het apparaat correct
kunnen bedienen.
woningen
De buitenkant van het apparaat kan worden gereinigd met een mild schoonmaakmiddel
en warm water. Veeg goed droog met een zachte doek.
Ventiator/ Afdekking van den ventiator
Stof of iets anders kan blokkeren het Ventiator/ Afdekking van den ventiator en de invloed
op de koeling efficiency van het apparaat. Vacuüm uit de Ventiator/ Afdekking van den
ventiator vrij, indien nodig.
55.3 Bewegen van het apparaat
Wanneer u het apparaat op een andere plaats wilt neerzetten:
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de binnenkant leeg.
Plak voor de zekerheid alle losse elementen aan de binnenkant vast.
Plak de deur vast. De apparaat dient rechtop getransporteerd te worden.
91