GEBRUIKSHANDLEIDING
- Gebruik de acculader niet als hij beschadigd is, omdat er dan gevaar voor elektrische schokken bestaat. Probeer niet om
hem te openen of er wijzigingen aan aan te brengen.
- Steek de stekker van de stroomkabel van de acculader in het stopcontact en verzeker u ervan dat de netspanning overeenkomt
met de netspanning die op het stroomvoorzieningsapparaat staat. (Zie de tabel met TECHNISCHE GEGEVENS).
- Laat de acculader na afloop van de werkzaamheden niet gedurende langere tijd op het stopcontact aangesloten.
- Knoei niet met het elektronische circuit van de acculader.
AANWIJZINGEN VOOR DE VEILIGHEID VAN HET PERSONEEL
- We raden u aan uiterst voorzichtig te zijn en u altijd te concentreren op uw handelingen. Gebruik de acculader niet als u moe,
of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen bent.
- Controleer of de kabels van de acculader zich uit de buurt van ventilatoren, bewegende delen en de brandstofleiding bevinden.
- De acculader mag alleen worden gebruikt door hierop getraind personeel dat deze gebruiks- en onderhoudshandleiding heeft
gelezen en begrepen. Laat acculader niet binnen het bereik van kinderen of personen die het oneigenlijk zouden kunnen
gebruiken.
- Voordat u de acculader opbergt, verzekert u zich ervan dat hij zodanig is afgekoeld dat hij de omgevingstemperatuur heeft.
EEN ZORGVULDIG GEBRUIK VAN DE ACCULADER
- Steek geen voorwerpen in gleuven of openingen van welke aard dan ook in het oppervlak van de acculader.
- Gebruik de acculader nooit wanneer de behuizing, de klemmen, de kabels of de voedingskabel beschadigd zijn, wanneer u
ongebruikelijke geuren ruikt of het apparaat te warm wordt.
- De acculader is bedoeld voor het opladen van lood- en lithiumionaccu's van 12-24V. Laad geen accu's van het niet oplaadbare
type op. Laad geen bevroren accu's op. Niet voor andere doeleinden gebruiken.
- Controleer of de acculader van het elektriciteitsnet is gekoppeld voordat u de kabels op de accu aansluit of ervan loskoppelt.
- Zet de acculader tijdens het opladen nooit op de accu.
- Voordat u werkzaamheden begint te verrichten, doet u de lichten van het voertuig en alle eventueel werkende accessoires uit.
Het voertuig moet uitgeschakeld zijn.
- Controleer altijd of het voltage van de acculader en de spanning van de installatie van het voertuig overeenkomen.
- Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) op de positieve pool van de accu en de uitgangskabel met de zwarte klem
(-) op de massa van het voertuig aan.
- Verwissel de polen nooit. Als de polen worden verwisseld kan dat explosies, schade aan het voertuig, de acculader
en personen veroorzaken.
- Gebruik een droge doek om de acculader schoon te maken en koppel hem hiervoor altijd van het elektriciteitsnet. Gebruik nooit
vochtige of natte doeken.
INDIVIDUELE BESCHERMINGSMIDDELEN DIE NODIG ZIJN TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE ACCULADER
Niet inachtneming van de volgende waarschuwingen kan lichamelijk letsel en/of ziektes veroorzaken.
GEBRUIK ALTIJD VEILIGHEIDSSCHOENEN
GEBRUIK ALTIJD EEN BESCHERMENDE BRIL
GEBRUIK ALTIJD BESCHERMENDE HANDSCHOENEN VOOR FYSISCHE AGENTIA
TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE ACCULADER
Andere persoonlijke beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt, afhankelijk van de waarden die zijn
gevonden bij het onderzoek van de milieuhygiëne /risicoanalyse indien de waarden de maximumwaarden over-
schrijden, die in de geldende voorschriften staan
NL
51