PROEFDRAAIEN
8
1. Zorg ervoor dat vóór het uitvoeren van een test, alle punten hieronder
zijn gecontroleerd:
a) Leidingwerk is juist aangebracht.
b) Aansluitingen van elektrische bekabeling is juist uitgevoerd.
c) De tankunit is gevuld met water en geheel ontlucht.
d) Zet de stroomvoorziening pas aan nadat de tank volledig gevuld is.
2. Zet de stroomtoevoer naar de tankunit AAN. Zet de aardlekautomaat /
-schakelaar in de "AAN"-stand. Zie vervolgens de bedieningshandleiding
voor de werking van afstandsbediening 1 .
Opmerking:
•
Zet in de winter ten minste 15 minuten voor het proefdraaien
de voeding aan en de unit op stand-by.
Neem ruim de tijd om het koelmiddel op te warmen en voorkom
dat een verkeerde foutcode wordt weergegeven.
3. Voor een normale werking moet de waterdrukmeter e tussen 0,05 MPa
en 0,3 MPa staan.
4. Na het proefdraaien moet u de magnetische waterfi lterset 7 reinigen.
Installeer dit weer nadat u klaar bent met schoonmaken.
CONTROLEER HET WATERDEBIET VAN HET WATERCIRCUIT
Stel het maximale waterdebiet bij normale werking van de pomp in op
minimaal 15 l/min.
*Het waterdebiet kan worden gecontroleerd in de service-instellingen (max.
snelheid pomp)
[Werking van de verwarming bij lage watertemperatuur met een lager
waterdebiet kan "H75" veroorzaken bij het ontdooiproces.]
RESET OVERBELASTINGSBEVEILIGING 0
Overbelastingsbeveiliging 0 heeft als doel het systeem te beveiligen tegen
oververhitting van het water. Wanneer de overbelastingsbeveiliging 0
wordt ingeschakeld bij een hoge watertemperatuur, neem dan de volgende
stappen om het te resetten.
1. Neem de afdekkap er af.
2. Duw met een testpen de centrale knop voorzichtig in en reset zo de
overbelastingsbeveiliging 0.
3. Breng de afdekkap weer op de oorspronkelijke plek terug.
ONDERHOUD
9
•
Om te zorgen dat de tankunit veilig en optimaal functioneert moeten met
regelmatige intervallen seizoensinspecties aan de tankunit, en functionele
controles van de bedrading van aardlekautomaat /-schakelaar en het leidingwerk
worden uitgevoerd. Dit onderhoud moet door een erkende dealer worden
uitgevoerd. Neem contact op met de dealer voor planmatige inspecties.
Onderhoud voor magnetische waterfi lterset
1. Schakel de stroomvoorziening UIT.
2. Zet een container onder de magnetische waterfi lterset 7.
3. Verwijder de magnetische stang aan de onderzijde van de magnetische
waterfi lterset 7 door te draaien.
4. Verwijder met een inbussleutel (8 mm) de dop van de aftappoort.
5. Open met een inbussleutel (4 mm) de serviceafsluiter, zodat vuil water vanuit de
aftappoort in de container kan lopen. Sluit de serviceafsluiter zodra de container
vol is, zodat morsen in de tankunit wordt vermeden. Gooi het vuile water weg.
6. Breng de dop van de aftappoort en de magnetische stang weer aan.
7. Vul zo nodig opnieuw het water voor de ruimteverwarming/koelcircuit (zie
hoofdstuk 5 voor details)
8. Schakel de stroomvoorziening AAN.
Bedrijfsafsluiter
Aftappoort
Open
Gesloten
Duw met een testpen
deze knop in en reset de
overbelastingsbeveiliging 0.
7
Magnetische stang
Onderhoud voor veiligheidsklep l
•
Het is sterk aanbevolen de klep te bedienen door de knop linksom te draaien,
zodat water met regelmatige intervallen door de afvoerleiding kan stromen om er
zo voor te zorgen dat deze niet geblokkeerd is en kalkresten worden verwijderd.
JUISTE PROCEDURE VOOR HET LEEGPOMPEN
WAARSCHUWING
Volg onderstaande stappen strikt op voor een juist verloop van het
leegpompen. Er kan zich een explosie voordoen als de stappen niet
in volgorde worden uitgevoerd.
1. Ga, als de binnenunit niet in bedrijf is (stand-by), naar het Service-
instelmenu op de afstandsbediening en kies Leegpompen om dit
in te schakelen. (Zie BIJLAGE voor details)
2. Sluit na 10~15 minuten, (na 1 of 2 minuten in het geval van zeer
lage omgevingstemperaturen (< 10 °C)), de tweewegklep op de
buitenunit volledig.
3. Sluit na 3 minuten de driewegklep op de buitenunit volledig.
4. Druk op de schakelaar "OFF/ON" op de afstandsbediening 1
om het leegpompen te stoppen.
5. Verwijder de koelleidingen.
Installatie van de ventilatieunit bovenop de tankunit (optioneel)
•
Voor installatiewerkzaamheden van de ventilatieunit op de
tankunit, zie de installatiehandleiding van de ventilatieunit.
VOORZICHTIG
Bevestig voor installatie van de ventilatieunit de voetjes die bij
de ventilatieunit zijn geleverd, in de half geponste gaten in het
bovenpaneel van de tankunit.,
anders kan de zware ventilatieunit vallen en letsel veroorzaken.
Half geponste gaten
CONTROLEPUNTEN
Is de tankunit juist geïnstalleerd op de betonnen vloer?
Is er een gaslek in de fl are-koppeling?
Is de warmteïsolatie uitgevoerd bij de fl are-koppeling?
Werkt de overdrukklep c normaal?
Is de waterdruk hoger dan 0,05 MPa?
Wordt het water op de juiste manier afgevoerd?
Komt het voltage van de stroomvoorziening overeen met de
nominale waarde?
Zijn de aansluitkabels stevig bevestigd aan de
aardlekautomaat /-schakelaar en op de aansluitblokken?
Zijn de kabels stevig vastgezet met de bedradingsklem?
Is de aansluiting van de aardedraad goed uitgevoerd?
Werkt de aardlekautomaat/aardlekschakelaar normaal?
Werkt het LCD-scherm van de afstandsbediening 1 normaal?
Klinken er abnormale geluiden?
Werkt de verwarming normaal?
Komt er bij de tankunit geen waterlekkage voor bij het
proefdraaien?
Is de knop van de veiligheidsklep l gedraaid om te ontluchten?
Voetjes (4 stuks)
- geleverd bij de ventilatieunit
103