2.6.8 Filter-waterafscheider con-
troleren
1. Controleren of zich condensaat in de
tank verzamelt. Zo ja, dan:
2. tank van de filter-waterafscheider ver-
wijderen door deze linksom te draaien en
van het aanwezige condensaat ontdoen.
3. Condensaataftapslang, borgring en hoek
verwijderen (afbeelding 15a).
4. Moer losdraaien en vlotterafleider naar
boven uitnemen (afbeelding 15b).
5. Schroefdeksel losdraaien en filterele-
ment uitnemen (afbeelding 15c).
6. Filterelement reinigen of vervangen.
7. De montage vindt plaats in omgekeerde
volgorde.
2.6.9 V-snaarspanning controle-
ren, instellen, vervangen
V-snaarspanning controleren:
V-snaar in het midden tussen de V-riemschij-
ven met de duim naar het midden drukken.
Maximaal de breedte van de V-snaar mag
meegeven.
V-snaarspanning instellen:
1. De twee bevestigingsschroeven van de
stangen tussen de consoles losdraaien
(afbeelding 11a).
2. Instelmoer een volle slag naar boven
draaien.
3. V-snaarspanning controleren, procedure
eventueel herhalen.
4. De twee bevestigingsschroeven van de
stangen tussen de consoles aandraaien.
V-snaar vervangen:
1. Aanwezige V-snaar verwijderen.
2. Nieuwe V-snaar in de geleiding van de V-
riemschijf aanbrengen. (Afbeelding 11b)
3. V-snaar van de zijkant in de geleiding
van het ventilatorwiel leggen en het ven-
tilatorwiel met de hand draaien tot de V-
snaar in de geleiding loopt.
4. V-snaar spannen (zie boven).
2.6.10 Onderhoud condensaatver-
damper
1. Veiligheidshandschoenen aantrekken.
2. Perforatieplaat naar achteren drukken en
vervolgens
naar
(afbeelding 14a).
3. Filtermat uitnemen en volgens plaatselij-
ke voorschriften afvoeren.
4. Onderste perforatieplaat uitnemen.
5. Condensaatverdamper met een doek
schoonmaken. Doek volgens plaatselijke
voorschriften afvoeren
6. De montage vindt plaats in omgekeerde
volgorde.
2.6.11 Terugslagventiel reinigen/
vervangen
1. Sluitschroef
(afbeelding 6a).
2. Inzetstuk en passing reinigen.
3. Inzetstuk bij beschadiging, afdrukken of
uitharding vervangen.
4. Bij beschadigingen op de passing com-
pleet terugslagventiel vervangen.
2.6.12 Schroefverbindingen con-
troleren
1. Controleren of alle schroefverbindingen
goed vastzitten, indien nodig vaster aan-
draaien.
2. Aanhaalmomenten in acht nemen (bere-
kening van de aanhaalmomenten vol-
gens VDI 2230).
2.6.13 Veiligheidsventiel vervan-
gen
1. Veiligheidsventiel (pos. 11) linksom los-
draaien.
2. Nieuw veiligheidsventiel rechtsom vast-
schroeven.
2.6.14 Leidingfilter reinigen
1. Opvangtank onder het leidingfilter plaat-
sen.
2. Sluitschroef tegen de klok in losdraaien
(afbeelding 13a).
3. Zeef uitnemen en met water reinigen
(afbeelding 13b).
4. Defecte of niet meer te reinigen zeef ver-
vangen.
5. De montage vindt plaats in omgekeerde
volgorde.
NL
MAS
boven
wegnemen
eraf
schroeven
II/49