Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Uitgestelde start
Als de functie "Uitgestelde Start" is geactiveerd
(zie "Persoonlijke Instellingen") zal, nadat het programma is
gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort
gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd
getoond, met het knipperen van het betreffende controle-
lampje:
Als de gekozen wachttijd is afgelopen gaat het knipperen-
de controlelampje uit en begint het ingestelde programma.
Een programma starten
1. Schakel de machine in met de AAN/UIT knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de
controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUZE.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie "Persoonlijke instellingen").
5. Stel het centrifugetoerental in (zie "Persoonlijke instellingen").
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie "Wasmiddelen en wasgoed").
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht
vertonen.
Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUZE toets te drukken en een
nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje
om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trom-
mel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de AAN/UIT toets.
All manuals and user guides at all-guides.com
aan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD gaat uit
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te
tonen op welk punt de cyclus is:
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Afpompen
Einde hoofdwas
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan.
Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma gaat het betreffende controlelampje knipperen
en zal de functie niet worden geactiveerd.
Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere,
eerder ingestelde, functie, dan blijft alleen de laatste keuze
actief.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk geo-
pend wordt. Om schade te voorkomen moet u wachten tot
het controlelampje uitgaat voordat u de deur opent.
N.B.: als de functie "Uitgestelde Start" actief is kunt u de
deur niet openen. Om hem toch te openen zet u het appa-
raat op pauze door op de START/PAUZE toets te drukken.
!
Als het controlelampje START/PAUZE (oranje) snel knip-
pert tegelijk met de functietoets betekent dit een storing
(zie "Storingen en oplossingen").
NL
41