Verwijderen van de boorhouder (Fig. 6)
Draai de beugel voor het instellen (D) op de "boormachine" stand en plaats de toerentalschakelaar (E) op stand 1 (langzaam toerental).
Klem de boorhouder rond het kortste uiteinde van een zeskantsleutel (niet meegeleverd) van 1/4" (6,4 mm) of meer. Sla met een houten
hamer of een gelijksoortig voorwerp met de klok mee op het langste uiteinde zoals aangegeven. De schroef in de boorhouder kan zo losge-
draaid worden. Open de bekken van de boorhouder volledig, steek een Torx schroevendraaier in het voorste deel van de boorhouder tussen
de bekken om de kop van de schroef te plaatsen. Verwijder de schroef door deze tegen de klok in te draaien (linkse schroefdraad). Plaats de
zeskantsleutel en draai deze vast zoals aangegeven op Figuur 6. Geef met een houten hamer of een gelijksoortig voorwerp een harde klap
op de sleutel tegen de klok in. De boorhouder komt zo los en kan vervolgens met de hand losgedraaid worden.
Plaatsen van de boorhouder (Fig. 7)
Draai de boorhouder met de hand zo stevig mogelijk vast en plaats vervolgens de schroef (linkse schroefdraad). Draai de schroef goed aan.
Klem de boorhouder rond het kortste uiteinde van een zeskantsleutel (niet meegeleverd) van 1/4" (6,4 mm) of meer en sla vervolgens met
een houten hamer met de klok mee op het langste uiteinde zoals aangegeven. Klem de schroef opnieuw vast door deze tegen de klok in te
draaien.
WAARSCHUWING: Om het risico van ernstig letsel te vermijden, moet de vooruit/achteruit-knop op de uit-stand
gezet worden of moet het gereedschap spanningloos gemaakt worden door het accublok los te maken, alvorens afstel-
lingen te verrichten of uitrustingen of accessoires te verwijderen/monteren.
Werking van de boormachine (Fig. 2)
WAARSCHUWING: Maak, om het risico van ernstig letsel te voorkomen, het gereedschap spanningloos en haal de
stekker uit het stopcontact alvorens afstellingen te verrichten of uitrustingen of accessoires te verwijderen/monteren.
Juiste positie van de handen (Fig. 2, 8)
WAARSCHUWING: Om het risico van ernstig letsel te vermijden, moeten de handen ALTIJD geplaatst
worden zoals aangegeven.
WAARSCHUWING: Houd het gereedschap stevig met beide handen vast om de torsiewerking van de
boormachine onder controle te houden. Als het model geen zijhandgreep heeft, houd de boormachine dan vast met
een hand op de handgreep (I) en de andere op het accublok (H).
WAARSCHUWING: Om het risico van letsel te vermijden, ALTIJD controleren of het werkstuk goed
vastgezet of vastgeklemd is. Gebruik tijdens het boren van fijn materiaal een houten "reserve" opvulstuk om
beschadiging van het materiaal te voorkomen. Draai voor het boren de beugel (D) op het symbool van het boortje. Selecteer het gewenste
toerental-/koppelbereik m.b.v. de toerentalschakelaar (E) om het toerental en koppel aan de hand van de geplande werkzaamheden aan te
passen.
1. Gebruik uitsluitend scherpe boortjes. Gebruik voor HOUT een spiraalboor, puntboor of zevengatenboor. Gebruik voor METAAL een
spiraalboor van HSS-snelstaal of een zevengatenboor.
2. Oefen altijd een druk uit die rechtop het boortje staat. Oefen voldoende druk uit om te zorgen dat de boormachine grip houdt, maar
duw niet te hard om te voorkomen dat de motor afslaat of het boortje buigt.
3. Houd het gereedschap stevig met beide handen vast om de torsiewerking van de boormachine onder controle te houden.
WAARSCHUWING: In geval van overbelasting die tot plotselinge torsie leidt, kan de boormachine afslaan. Houd altijd rekening met
dit risico. Houd de boormachine stevig met beide handen vast om de torsiewerking onder controle te houden en letsel te voorkomen.
6
E
D
50
7
E
D
8