Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
14 Gebruik
Voor het eerste gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel
• Test het toestel alleen op stilstaande objecten. Zorg ervoor dat er zich geen personen in de buurt
van het voertuig bevinden.
• Maak uzelf vertrouwd met de verschillende toonreeksen.
• Test het toestel alleen stapvoets.
Test de parkeerhulp alvorens deze voor de eerste keer te gebruiken. Rijd langzaam naar een stilstaand object,
bijv. een muur.
Parkeerhulp gebruiken
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel
Als de signaaltoon eerst versnelt en vervolgens vertraagt tijdens het manoeuvreren, kan dit erop wijzen
dat het obstakel de dode hoek van de sensoren hee bereikt.
• Zet het voertuig onmiddellijk stil, stap uit en onderzoek de situatie.
• Zorg ervoor dat er zich geen obstakels in de dode hoek van de sensoren bevinden.
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel
Aangekoppelde aanhangers (bijv. caravans, paardentrailers) of fietsdragers kunnen binnen het detectie-
bereik van de parkeerhulp komen. Voorkom afleiding van de bestuurder door een mogelijk vals alarm van
de parkeerhulp.
• Deactiveer de sensoren tijdens het rijden met de aanhanger (zie hoofdstuk
tijdens het rijden met aanhanger (alleen
• Stel de STOP-zone in wanneer er een fietsdrager is gemonteerd (zie hoofdstuk
len wanneer er een fietsdrager is gemonteerd (alleen MWE9104)
De achterste sensoren (alleen MWE9104) worden automatisch geactiveerd door het voertuig in de achteruitver-
snelling te zetten als het contact is ingeschakeld of als de motor draait.
De voorste sensoren (alleen MWE9104F) worden automatisch geactiveerd zodra de snelheid van het voertuig tus-
sen 0 km/h en 10 km/h ligt en het contact is ingeschakeld. Indien het snelheidssignaal niet kan worden waargeno-
men, worden de voorste sensoren geactiveerd als het contact wordt ingeschakeld of als in de achteruitversnelling
wordt geschakeld. Nadat de instelbare uitschakeltijd is verstreken, worden de voorste sensoren automatisch gede-
activeerd. Optioneel kan een schakelaar (accessoire) worden aangebracht voor het activeren van de voorste senso-
ren.
Zodra een obstakel zich binnen het detectiebereik bevindt (zie hoofdstuk Detectiebereik), weerklinkt er een her-
haalde signaaltoon. Wanneer het voertuig het obstakel nadert, verandert de toonreeks van de signaaltoon. De toon-
reeks is afhankelijk van de zone waarin het obstakel zich bevindt.
15 Reinigen
LET OP! Gevaar voor schade
MWE9104)).
NL
De sensoren deactiveren
De STOP-zone instel
109
Publicidad
