Oliedoorlaten
Oliedoorlaten op de rail moeten worden gereinigd
om te garanderen dat de rail en de ketting tijdens
het bedrijf goed worden ingeolied.
Aanwijzing: De toestand van de oliedoorlaten
kan gemakkelijk worden gecontroleerd. Als de
doorlaten schoon zijn, dan sproeit de ketting
enkele seconden na starten van de zaag auto-
matisch olie weg. De zaag bezit een automatisch
oliesysteem.
Automatische kettingsmering
De kettingzaag is uitgerust met een automatisch
oliesysteem met tandwielaandrijving. Dit voedt
de rail en de ketting automatisch met de juiste
hoeveelheid olie. Zodra de motor wordt versneld,
stroomt ook de olie sneller naar de railplaat.
De kettingsmering werd in de fabriek optimaal
ingesteld. Als instellingen achteraf vereist wor-
den, breng de zaag dan naar de geautoriseerde
klantendienst.
Aan de onderkant van de kettingzaag zit de instel-
schroef (A) voor de kettingsmering (fi g. 21). Naar
links draaien verhoogt de kettingsmering, naar
rechts draaien verlaagt de kettingsmering.
Om de kettingsmering te controleren de ketting-
zaag met de ketting boven een vel papier houden
en een paar seconden vol gas geven. Op het
papier kan de ingestelde hoeveelheid olie worden
gecontroleerd.
Controleer regelmatig of de kettingsmering naar
behoren functioneert. Test de kettingsmering vóór
de eerste snede, na meermaals snijden en in elk
geval na onderhoudswerkzaamheden.
Oliën van de ketting
Vergewis u er altijd van dat het automatische olie-
systeem goed functioneert. Zorg voor een altijd
gevulde olietank.
Tijdens de zaagwerkzaamheden moeten de rail
en de ketting altijd voldoende geolied zijn, om
wrijving met de geleiderail te verlagen.
De rail en de ketting mogen nooit zonder olie zijn.
Als u de zaag droog of met te weinig olie inzet,
dan neemt het snijvermogen af, de levensduur
van de zaagketting wordt korter, de ketting wordt
snel bot en de rail verslijt zeer sterk op grond van
oververhitting. Te weinig olie herkent men aan
rookontwikkeling of verkleuring van de rail.
Anl_GMSE_2045_SPK7_Teil1.indb 85
Anl_GMSE_2045_SPK7_Teil1.indb 85
NL
7.2.6 Onderhoud van de ketting
Scherpen van de ketting
Aanwijzing: Een scherpe ketting levert welge-
vormde spanen op. Wanneer de ketting zaagmeel
genereert, dan moet hij worden gescherpt.
Om de ketting te scherpen zijn speciale ge-
reedschappen vereist, die garanderen dat de
messen in de juiste hoek en op de juiste diepte
zijn gescherpt. Voor de onervaren gebruiker van
kettingzagen bevelen wij aan om de zaagketting
te laten scherpen door een vakman van de lokale
klantendienst. Indien u denkt dat u zelf uw eigen
zaagketting kunt scherpen, koop dan de speciale
gereedschappen aan bij de professionele klan-
tendienst.
Ketting scherpen (fi g. 18)
Scherp de ketting met veiligheidshandschoenen
en een ronde vijl.
Scherp de punten alleen met naar buiten gerichte
bewegingen (fi g. 19) en neem de waarden in fi g.
18 in acht.
Na het scherpen moeten de snij-elementen alle-
maal even breed en lang zijn.
Na 3-4 maal scherpen van de snij-elementen
moet u de hoogte van de dieptebegrenzers con-
troleren en deze evt. met een vlakke vijl inkorten,
en dan de voorste hoek afronden (fi g. 20).
De voorste randen vijlt u rond.
7.3 Opslag en transport
Breng vóór transport en opslag van de ketting-
zaag de kettingbescherming (4) aan.
Aanwijzing: Berg de kettingzaag nooit langer
dan 30 dagen op zonder de volgende stappen te
doorlopen.
Opbergen van de kettingzaag
Als u een kettingzaag langer dan 30 dagen
opbergt, dan moet deze hiervoor worden voor-
bereid. Anders zou de rest van de brandstof die
zich in de carburateur bevindt verdampen en een
rubberachtig bezinksel achterlaten. Dit zou de
start kunnen bemoeilijken en dure reparatiewerk-
zaamheden tot gevolg kunnen hebben.
1. Neem de dop van de brandstoftank langzaam
eraf om eventuele druk in de tank af te laten.
Maak de tank voorzichtig leeg.
- 85 -
24.02.2017 10:55:43
24.02.2017 10:55:43