1. Veiligheidsmaatregelen
1.2. Voorgaand aan de installatie (verplaatsing)
Let op:
• Ga zorgvuldig te werk wanneer u de units verplaatst. De unit weegt 20 kg of
meer en moet gedragen worden door minstens 2 mensen. Til de unit niet op
met de verpakkingslinten.
Draag beschermingshandschoenen om de unit uit te pakken, te verplaatsen
of te installeren zodat u uw handen niet verwondt aan uitstekingen of de
rand van andere onderdelen.
• Installeer de isolatie volledig en strak over de waterpijp om condensvorming tegen te
gaan. Onvoldoende isolatie resulteert in condensvorming op de leidingoppervlakken
en druppels op het plafond, de vloer en andere belangrijke elementen.
• Installeer de afvoerleiding volgens de aanwijzingen in de installatiehandleiding
voor een correcte afvoer. Dek de afvoerleiding af met thermische isolatie om
condensvorming tegen te gaan. Slecht geïnstalleerde leidingen resulteren in
lekkage op het plafond, de vloer en andere huishoudartikelen.
1.3. Voor de elektrische werkzaamheden
Let op:
• De buitenunit wordt aangedreven via de cilinder. Er moet een gepaste
scheidingsschakelaar worden geïnstalleerd op de voedingsleidingen die
aangesloten zijn op de polen S1 en S2 van de cilinder.
• Gebruik standaardkabels met een voldoende capaciteit voor de
voedingsleidingen. Als u dit niet doet, kan dit een kortsluiting, oververhitting
of brandgevaar veroorzaken.
• Zorg ervoor dat er geen spanning op de kabels staat wanneer u de
voedingsleidingen installeert. De kabels kunnen worden afgesneden of
oververhit geraken waardoor er brandgevaar ontstaat.
2. Locatie van de installatie
2.1. Keuze van de locatie voor de installatie van de
buitenunit
• Vermijd locaties waar de unit is blootgesteld aan direct zonlicht of andere
hittebronnen.
• Kies een locatie waar de ruis die de unit produceert de buurtbewoners niet stoort.
• Kies een locatie waar u makkelijk toegang hebt tot de voedingskabel en de leidingen.
• Installeer de unit niet op plaatsen waar mogelijk ontvlambaar gas lekt, wordt
geproduceerd, stroomt of ophoopt.
• Denk eraan dat de unit tijdens de werking condenswater kan produceren.
• Kies een vlakke locatie die het gewicht en de trillingen van de unit kunnen dragen.
nl
• Vermijd locaties waar de unit is blootgesteld aan olie, stoom of zwavelhoudend
gas.
• Zorg ervoor dat u de handgrepen gebruikt om de unit te verplaatsen. Houd de unit
niet vast aan de basis omdat er een risico bestaat dat u uw handen of uw vingers
knelt en kwetst.
2.2. Afmetingen (Buitenunit) (Fig. 2-1)
Locatie voor monteren
afvoeraansluiting
2-U gat met inkeping
405
40
*Afstand installatiebout
Bovenaanzicht
809
21
303
155
500
Afstand installatiebout
Vooraanzicht
2
(mm)
<Voor algemene regio's>
32
Locatie voor monteren
2-10x21 gat met sleuf
afvoeraansluiting
Zijaanzicht
70
Aansluitlocatie
20
voedings- en
communicatieleiding
Afdekplaat
Buitenunit
aansluitklemmen
leidingpoort B
Afdekplaat leiding
(G 1/2 B)
Buitenunit
leidingpoort A
(G 1/2 B)
172
184
Zijaanzicht
• De basis van de buitenunit moet regelmatig worden nagekeken om na te
gaan of het niet los zit, gebarsten of beschadigd is. Als dergelijke defecten
niet worden opgelost, kan de unit naar beneden vallen en schade of letsels
veroorzaken.
• Maak de buitenunit niet schoon. U kunt een elektrische schok krijgen.
• Zorg ervoor dat het waterdebiet voor de waterleiding niet boven een bepaald
niveau komt. Als het waterdebiet het bepaalde niveau overschrijdt, (i.e.
1,5 m/s voor koperleidingen), treedt er erosie-corrosie op. Installeer een
leiding met de correcte diameter voor het vereiste debiet.
• Neem maatregelen om ervoor te zorgen dat het waterleidingsysteem niet
bevriest. Als het bevriest, kunnen er waterlekken ontstaan en kan de
watertoevoer onderbroken worden.
• Zorg ervoor dat u de unit aardt. Sluit de aardedraad niet aan op de gas- of
waterleidingen, de bliksemafleider of de aardedraden van de telefoon. Als
de unit niet correct geaard is, kan dit een elektrische schok veroorzaken.
2.3. Installatie op een winderige locatie
Wanneer u de buitenunit installeert op een dak of een andere locatie waar de unit
is blootgesteld aan sterke wind, plaats de luchtuitlaat dan niet rechtstreeks in de
overheersende windrichting.
Als er sterke wind in de luchtuitlaat binnenkomt, kan dit een normale luchtstroom in
de weg staan en dit kan zorgen voor een slechte werking.
• Installatie is niet mogelijk als er obstructies zijn aan drie van de vier kanten.
• Als de obstructie aan de voorkant (afvoerzijde) ventilatie toelaat (zoals
draadgaas), is installatie mogelijk onder de voorwaarde "Wanneer er geen
obstructie is aan de voorzijde (afvoerzijde)". Als de obstructie aan de voorzijde
geen ventilatie toelaat (zoals de buitenmuur van een gebouw), installeer onder de
voorwaarde "Wanneer er een obstructie is aan de voorzijde (afvoerzijde).
■
Wanneer er geen obstructie is aan de voorzijde (afvoerzijde)
(bovenaanzicht)
Moet het gebied boven de unit open blijven (ten minste 1 m vrije ruimte of meer).
100 mm
of meer
buitenunit
Voorzijde
Fig. 2-2
■
Wanneer er geen obstructie is aan de achterzijde (aanvoerzijde)
(bovenaanzicht)
Moet de richting omhoog open blijven (er is ten minste 1 m of meer beschikbaar).
Fig. 2-3
■
Wanneer er een obstructie is aan de voorzijde
buitenunit
Fig. 2-1
Obstructie
Fig. 2-4
Bovenaanzicht
De vereiste vrije ruimte (D1 en D2) hangt af van de hoogte van de obstructie (H).
Als er windgeleiders worden gemonteerd, raadpleeg de tabel hieronder.
Denk eraan dat de werkingsruis kan verhogen onder bepaalde installatievoorwaarden.
Hoogte
obstructie (H)
1200 mm of minder 200 mm of meer/100 mm of meer 185 mm of meer/30 mm of meer
Meer dan 1200 mm 300 mm of meer/100 mm of meer 350 mm of meer/30 mm of meer
*Als er afvoerlucht tegen een muur wordt geblazen, kan de muur vuil worden.
* Als de ruimte slecht verlucht is en de afgevoerde lucht opnieuw wordt opgezogen,
kan de verwarmingsprestatie met ongeveer 10% dalen. Het monteren van
windgeleiders (afzonderlijk verkocht product) kan de verwarmingsprestatie in
bepaalde gevallen verbeteren.
(Fig. 2-2)
100 mm
100 mm
of meer
of meer
buitenunit
Voorzijde
150 mm
of meer
(Fig. 2-3)
buitenunit
Voorzijde
200 mm
of meer
150 mm
of meer
Obstructie
D2
Voorzijde
H
Voorzijde
D1
Zijaanzicht
Vereiste vrije ruimte (D1/D2)
Zonder windgeleiders
buitenunit
Voorzijde
300 mm
of meer
(Fig. 2-4)
(afvoerzijde)
buitenunit
Met windgeleiders