5. TEchNISchE GEGEVENS
Type
Bestelnummer
Toegestane last stat. / set
t
Toegestane last dyn. / set
t
1 set = 2 steun
Hefhoogte spindel
mm
Valslag
mm
Bouwhoogte
mm
Spindeldraad
Slingerdruk
N
Overbrenging
Hefafstand per slinger
mm
draaiing.
Toepassingstemperatuur
° C
Gewicht
kg
wijzigingen in de constructie en uitvoering voorbehouden.
Op maat gemaakt! Typeplaatje en tekening in acht nemen!
6. INBOuw
Vóór inbouw en ingebruikname de bedieningshandleiding
lezen.
Alle geldende veiligheidseisen in acht nemen.
De spindelsteuninrichting is - bij een afgekoppelde oplegger - een
belangrijk veiligheidscomponent.
Tijdens het aan- en afkoppelen wordt deze zwaar belast, en derhalve
dient de opbouw uiterst zorgvuldig te geschieden. Montage en inge-
bruikname mag alleen door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Aansluiting en verschoring moet voldoende sterk worden uitgevoerd
en dient spanningsvrij gemonteerd te worden.
Een aanslag boven de montageplaat ter ontlasting van de bevesti-
gingsbouten wordt aanbevolen.
L/K3
210798
213609
230068
6
3
350
–
300
180
705
722
Tr 30x4
260
1,83
2,18
-20 ... +50
ca. 38
z Beide steunen tot de aanslag indraaien. Hierdoor zullen de steunen
na montage gelijk uitdraaien.
z Steunen loodrecht en de assen t.o.v. elkaar uitgelijnd
z Verbindingsas passend inkorten, spanpen 6x35 zetten.
z Verbindingsas inbouwen, met spanpen 5x24 aan aandrijfzijde ver-
binden. Erop letten dat door verdraaien geen stroefheid ontstaat.
Na opbouw het functioneren testen. Bij een correcte inbouw kan de
spindel licht op en neer worden bewogen.
Ophanghaak voor het inhaken van de slinger altijd
monteren en gebruiken. Veiligheid !
Bij onvakkundige montage vervalt alle aansprakelijkheid van zowel de
fabrikant als de leverancier van de spindelsteunen!
– 29 –
NL