nEDERLanDs
Ondersteuning van het werkstuk (Afb. J–M)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, ondersteun het werkstuk goed en
houd de zaag stevig vast zodat u niet de controle
over het gereedschap kunt verliezen.
Afbeeldingen J en K laten de juiste zaagpositie zien.
Afbeeldingen L and M laten een onveilige werksituatie zien.
Handen mogen niet in de buurt komen van het zaaggebied en
het netsnoer wordt weggeleid van het zaaggebied zodat het
niet bekneld of in de war raakt bij het werken.
Vermijd terugslag, ondersteun ALTIJD board- en plaatmateriaal
DICHTBIJ de zaagsnede, (Afb. K). ONDERSTEUN board- of
plaatmateriaal NIET ver van de zaagsnede verwijderd (Afb. L).
Houd, wanneer u met de zaag werkt, het netsnoer uit de buurt
van het zaaggebied en zorg ervoor dat het niet bekneld kan
raken tussen het werkstuk.
TREK ALTIJD DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET STOPCONTACT
VOORDAT U AANPASSINGEN UITVOERT! Plaats het werk met
de "goede" zijde — de zijde die er het mooist moet uitzien —
omlaag. De zaag zaagt naar boven, dus splinters zullen te zien
zijn op de zijde van het werkstuk die omhoog gericht is tijdens
het zagen.
Zagen (Afb. J)
WAARSCHUWING: Probeer nooit dit gereedschap te
gebruiken door het ondersteboven op een werkoppervlak
te zetten en het materiaal naar het gereedschap te
voeren. Zet het werkstuk altijd stevig met klemmen vast
en voer het gereedschap naar het werkstuk, waarbij u het
gereedschap stevig met beide handen vasthoudt, zoals in
Afbeelding J wordt getoond.
Plaats het bredere gedeelte van de grondplaat van de zaag op
dat gedeelte van het werkstuk dat stevig wordt ondersteund,
niet op een gedeelte dat valt wanneer de zaagsnede is voltooid.
Als voorbeeld, illustreert Afbeelding J de JUISTE manier voor het
afzagen van het uiteinde van een stuk materiaal. Zet het werk
altijd met klemmen vast. Probeer niet korte stukken materiaal
met de hand vast te houden! Denk er aan dat u vrijdragend en
overhangend materiaal moet ondersteunen. Ga voorzichtig te
werk wanneer u materiaal van onderaf afzaagt.
Het is belangrijk dat de zaag op volle snelheid draait voordat het
zaagblad het te zagen materiaal raakt. Wanneer u met zagen
begint met het zaagblad tegen het materiaal dat moet worden
gezaagd of met het zaagblad dat vooruit wordt geduwd in de
zaagsnede, kan dat terugslag tot gevolg hebben. Duw de zaag
naar voren met een snelheid waarbij het zaagblad zonder veel
moeite kan zagen. Hardheid en taaiheid kunnen variëren, zelfs in
hetzelfde stuk materiaal, en knoestige of vochtige delen kunnen
de zaag zwaar belasten. Duw de zaag, wanneer dit gebeurt
langzamer vooruit, maar wel zo stevig dat de zaag kan blijven
werken zonder veel verlies van snelheid. Wanneer u de zaag
met geweld voortduwt, kan dat leiden tot ruwe zaagsneden,
terugslag en oververhitting van de motor. Als het zo is dat uw
zaagsnede begint af te wijken van de zaaglijn, probeer dan
niet de zaaglijn weer te bereiken. Laat de schakelaar los en laat
het zaagblad volledig tot stilstand komen. U kunt dan de zaag
118
terugtrekken, opnieuw aanleggen en een nieuwe zaagsnede
beginnen enigszins binnen de verkeerde zaagsnede. U moet
in ieder geval de zaag terugtrekken als u de zaagsnede moet
verplaatsen. Wanneer u met geweld een correctie probeert uit
te voeren binnen de zaagsnede, kan de zaag vastlopen en dat
kan leiden tot terugslag.
LOOPT DE ZAAG VAST, LAAT DE AAN/UIT-SCHAKELAAR DAN
LOS EN TREK DE ZAAG TERUG UIT DE ZAAGSNEDE. HET IS
BELANGRIJK DAT HET ZAAGBLAD RECHT IN DE ZAAGSNEDE ZIT
EN VRIJ VAN DE ZAAGRAND VOORDAT U OPNIEUW BEGINT.
Laat de schakelaar los, wanneer u de zaagsnede voltooit, laat
het zaagblad tot stilstand komen en til vervolgens pas de
zaag van het werk. Wanneer u de zaag optilt, zal de geveerde
telescopische beschermkap zich automatisch onder het
zaagblad sluiten. Denk eraan dat het zaagblad pas is afgedekt
als de beschermkap is gesloten. Reik niet om welke reden dan
ook onder het werk. Wanneer u de telescopische beschermkap
met de hand moet terugtrekken (zoals dat moet bij het begin
van insteekzagen), doe dat dan altijd met de terugtrekhendel.
OPMERkInG: Let er bij het zagen van dunne stroken vooral
goed op dat de kleine afgezaagde delen niet binnen de
onderste beschermkap terechtkomen.
Insteekzagen (Afb. O)
WAARSCHUWING: Zet de zaagbladbeschermkap nooit
vast in een opgehaalde stand. Verplaats de zaag nooit
naar achteren bij het insteekzagen. Hierdoor kan de zaag
zich omhoog werken uit het werkoppervlak en dat kan
leiden tot letsel.
Een insteekzaagsnede is een zaagsnede die wordt gemaakt in
een vloer, wand of een ander vlak oppervlak.
1. Stel de grondplaat van de zaag zo af dat het zaagblad op de
gewenste diepte zaagt.
2. Kantel de zaag naar voren en laat de voorzijde van de
grondplaat op het te zagen materiaal rusten.
3. Trek met de hendel van de onderste beschermkap de
onderste beschermkap omhoog. Laat de achterzijde van de
grondplaat zakken tot de tanden van het zaagblad bijna de
zaaglijn raken.
4. Laat de zaagbladbeschermkap los (door het contact
met het werk kan de kap vrij opengaan wanneer u de
zaagsnede begint). Neem uw hand van de hendel van de
beschermkap en pak de hulphandgreep
zoals in Afbeelding O wordt getoond. Plaats uw lichaam en
arm zo dat u weerstand kunt«» bieden aan terugslag, als
deze zich voordoet.
5. Controleer dat het zaagblad niet voordat u de zaag start
contact maakt met het zaagoppervlak.
6. Start de motor en laat de zaag geleidelijk zakken tot de
grondplaat vlak op het zagen materiaal rust. Breng de zaag
naar voren langs de zaaglijn tot de zaagsnede is voltooid.
7. Laat de aan/uit-schakelaar los en trek het zaagblad pas
uit het materiaal als het zaagblad geheel tot stilstand
is gekomen.
8. Ga aan het begin van iedere nieuwe zaagsnede steeds weer
te werk zoals hierboven wordt vermeld,
14
stevig vast,